De Covid pandemie heeft de manier waarop we omgaan met ventilatie grondig veranderd. We zijn ons meer en meer bewust van de noodzaak om in scholen, kantoren en openbare ruimtes een voldoende aanvoer van frisse lucht te garanderen. De meest voor de hand liggende parameter om een ventilatiesysteem aan te sturen is het CO2-peil. Sentera biedt hiervoor tal van oplossingen, die het meten en handhaven van het CO2-peil mogelijk maken.
NDIR infrarood sensor met zelfkalibrerend ABC-logic algoritme
Sentera CO2 sensoren zijn beschikbaar in tal van uitvoeringen al naar gelang de toepassing, gaande van kamersensoren over kanaalsensoren tot IP65 buitensensoren. Wat echter al onze CO2 sensoren gemeenschappelijk hebben, is het gebruik van een NDIR infrarood sensor. Dit type sensor staat niet enkel garant voor zeer exacte metingen, maar garandeert tevens een zeer lange levensduur. Bovendien zijn alle Sentera CO2 sensoren ook uitgerust met een zelfkalibrerend ABC-logic algoritme. Dit algortime houdt constant de laagste meetwaarde van de sensor bij gedurende een vooraf geconfigureerd tijdsinterval en corrigeert elke gedetecteerde drift op lange termijn. Kortom, de Sentera CO2 sensoren zorgen steeds voor correcte en nauwkeurige metingen en maken dure interventies en herkalibraties overbodig.
Tot 6 verschillende CO2 sensoren
Sentera CO2 sensoren beschikken over één of meerdere analoge uitgangen die direct gebruikt kunnen worden voor het aansturen van een EC-ventilator, een snelheidsregelaar voor een AC-ventilator, een ventilatieklep, enz. Omdat het niet altijd mogelijk is om in elke ruimte een apart ventilatiesysteem te installeren, kan het soms nodig zijn om meerdere ruimtes (sensoren) te koppelen met één centraal ventilatiesysteem. In deze situaties biedt de Sentera RDCV9-AD de perfecte oplossing. Deze digitale residentiële HVAC-regelaar kan immers geleverd worden met specifieke firmware die het mogelijk maakt om tot maximaal zes CO2 sensoren te koppelen aan één enkele ventilator. Deze specifieke versie van de RDCV9-AD is klaar voor gebruik met meerdere Sentera CO2 sensoren en behoeft geen verdere aanpassingen of software installaties. Plug and play! Via Modbus (één enkele UTP-kabel) kunnen de verschillende CO2 sensoren verbonden worden met de RDCV9-AD. Op basis van de hoogste meting zal de RDCV9-AD een stuursignaal genereren om de ventilator aan te sturen. Het LED-scherm van de RDCV9-AD geeft sequentieel de CO2 waarden van de verschillende sensoren weer. De geïntegreerde toetsen laten toe om eenvoudig en snel de instellingen van het toestel aan te passen.
Innovatie is onze motivatie!
Sinds 1997 is Sentera een toonaangevend fabrikant van innovatieve regelapparatuur voor HVAC systemen. Innovatie is onze motivatie! Naast de ontwikkeling van sensoren en snelheidsregelaars bieden wij ook tal van netwerkoplossingen voor venaatilatiesystemen. Het ‘Internet of Sentera’ is onze nieuwste ontwikkeling en laat toe om via het internet uw ventilatiesysteem te monitoren en te configureren.
Voor meer informatie omtrent onze producten en oplossingen kunt u steeds één van onze medewerkers contacteren.
Sentera CO2-sensoren zijn nu ook verkrijgbaar met een akoestisch alarm.
De groene, gele en rode LEDs geven een duidelijke, visuele indicatie van het CO2-gehalte. Wanneer dit de eerste waarschuwingsdrempel overschrijdt, worden de gele LED en de zoemer geactiveerd. Zodra het CO2-niveau de maximale bereikwaarde overschrijdt, worden de rode LED en de zoemer geactiveerd. Er kunnen dus 2 verschillende alarmniveaus ingesteld worden. De zoemer (UIT, PULSEREND, CONTINUE) en de LEDS (ook de lichtsterkte) kunnen ingesteld worden via Modbus.
Deze CO2-sensoren kunnen worden ingebouwd of op de muur worden bevestigd. Ze werken op 230 V of 24 V voedingsspanning.
Ze meten temperatuur, relatieve vochtigheid, CO2 en de lichtsterkte. Het sensoralgoritme regelt de uitgang van de sensor op basis van de gemeten waarden. Deze uitgang kan gebruikt worden om rechtstreeks een EC-ventilator, een snelheidsregelaar voor AC-ventilatoren of een klepaandrijving aan te sturen.
Alle metingen en de uitgangswaarden zijn ook beschikbaar via Modbus RTU. In veel toepassingen kan de omgevingslichtsensor gebruikt worden om het ventilatiesysteem aan te sturen in functie van de bezetting van de ruimte.
∞ overzicht van de Sentera HVAC sensoren
Waarom is verse lucht zo belangrijk?
Het risico om besmet te raken met het COVID-19-virus is groter in drukke en slecht geventileerde ruimtes. Overdracht van COVID-19 via de lucht vindt zelden buiten of in gesloten ruimtes met een groot volume plaats. De algemene aanbeveling is om de recirculatie (van de binnenlucht) van het ventilatiesysteem uit te schakelen en om de toevoer van verse lucht en de afvoer van verontreinigde lucht te verhogen. Het ventilatiesysteem moet continu actief blijven.
Waarom is het belangrijk de luchtkwaliteit te monitoren?
Wanneer veel mensen een beperkte ruimte delen, zullen TVOC- en CO2-concentraties snel toenemen. Net als het risico van verspreiding van COVID-19-virusdeeltjes. Lang voordat de bewoners een slechte luchtkwaliteit of gebrek aan ventilatie waarnemen, waarschuwt dit klimaatcontrolesysteem u om de ventilatie te verhogen of het raam te openen. Nu de vaccinatiegraad overal stijgt, gaan horecagelegenheden, bioscopen, fitnesscentra, enz. weer open. Om de veiligheid in drukke, gesloten ruimtes te waarborgen, wordt het gebruik van CO2-sensoren aanbevolen. Naast sensoren die direct een indicatie geven van de luchtkwaliteit, wordt ook het registreren (loggen) van de luchtkwaliteit steeds gebruikelijker. Het biedt de mogelijkheid om over een langere periode de luchtkwaliteit te evalueren en op basis van de tendensen maatregelen te nemen.
Het CO2-monitoringsysteem van Sentera
Sentera CO2-sensoren en TVOC-sensoren (luchtkwaliteit) werken stand-alone. Ze zijn verkrijgbaar met verschillende voedingsspanningen en in verschillende behuizingen.
Maar Sentera-sensoren kunnen ook communiceren via het Modbus RTU-protocol. Zo is het bvb mogelijk om een 5-inch kleurendisplay toe te voegen om de metingen van de aangesloten HVAC-sensoren te visualiseren. Een andere optie is om de sensor(en) te verbinden met de Sentera Internet Gateway. Die gaat dan (al dan niet draadloos) verbinding maken met uw internetrouter en zo kan u uw installatie toevoegen aan de HVAC-cloud van Sentera "SenteraWeb". Dit biedt de mogelijkheid om de meetwaarden op afstand via internet in real-time te bekijken en te loggen.
Door middel van SenteraWeb kunnen de parameters (instellingen ) nog ge-finetuned worden en er is zelfs de mogelijkheid om waarschuwingen en meldingen te ontvangen als een drempelwaarde wordt overschreden.
Wie is Sentera?
Sentera is een van de toonaangevende fabrikanten van regelingen voor HVAC- en ventilatiesystemen. Onze missie is om intelligente HVAC-oplossingen te maken die gemakkelijk te gebruiken zijn! We ontwikkelen, produceren en promoten ventilatorsnelheidsregelaars, HVAC-sensoren, HVAC-regelaars en regelkleppen om luchtstromen te regelen en de kwaliteit van de binnenlucht te bewaken. Vandaag telt de Sentera-groep 8 bedrijven en 150 medewerkers op 4 verschillende locaties. Het hoofdkantoor en het centrale magazijn bevinden zich in Temse, België. Sentera is een 100% familiebedrijf. Contacteer ons voor meer informatie!
Wat is CO2?
CO2 of koolstofdioxide is een stof die we uitademen. Het CO2-niveau kan in drukke ruimtes, zoals klaslokalen, worden gebruikt als indicator voor de luchtkwaliteit binnenshuis en als maatstaf voor de luchtverversing. Een CO2-sensor kan dus ook helpen om het risico op verspreiding van het coronavirus COVID-19 te detecteren. Als er voldoende verse lucht in het klaslokaal wordt toegevoerd, is de kans op besmetting met het virus via aerosolen aanzienlijk kleiner.
CO2 of koolstofdioxide is een stof die we uitademen. Het CO2-niveau kan in drukke ruimtes, zoals klaslokalen, worden gebruikt als indicator voor de luchtkwaliteit binnenshuis en als maatstaf voor de luchtverversing. Een CO2-sensor kan dus ook helpen om het risico op verspreiding van het coronavirus COVID-19 te detecteren. Als er voldoende verse lucht in het klaslokaal wordt toegevoerd, is de kans op besmetting met het virus via aerosolen aanzienlijk kleiner.
Is er voldoende frisse lucht in mijn klaslokaal?
Bij onvoldoende toevoer van verse lucht zal de CO2-concentratie in de klas snel stijgen. Dit is eenvoudig te meten met een CO2-sensor. Als de CO2-concentratie in de klas onder 1.200 ppm wordt gehouden, is er voldoende frisse lucht aanwezig en is het risico dat virusdeeltjes zich ophopen in de binnenlucht minimaal. Tussen 900 en 1.200 ppm is het aanbevolen om een waarschuwing te geven dat een extra toevoer van verse lucht wenselijk is.
Bij onvoldoende toevoer van verse lucht zal de CO2-concentratie in de klas snel stijgen. Dit is eenvoudig te meten met een CO2-sensor. Als de CO2-concentratie in de klas onder 1.200 ppm wordt gehouden, is er voldoende frisse lucht aanwezig en is het risico dat virusdeeltjes zich ophopen in de binnenlucht minimaal. Tussen 900 en 1.200 ppm is het aanbevolen om een waarschuwing te geven dat een extra toevoer van verse lucht wenselijk is.
Hoe vind ik de beste CO2-sensoren voor mijn school?
Het was voor de directie van de school niet eenvoudig om een geschikte leverancier van CO2-sensoren te vinden. Veel leveranciers bieden sensoren met een lage nauwkeurigheid aan, waardoor deze minder betrouwbaar zijn. Dit betekent vaak dat ze jaarlijks gekalibreerd moeten worden, wat een belangrijke impact heeft op de operationele kosten. Gezien het grote aantal klaslokalen, ging het om een forse aankoop voor deze school en vergde dit een grondige afweging. De directie was dan ook blij met het advies en de begeleiding die ze van Sentera kregen bij het bepalen van de juiste CO2-sensor voor hun project.
Het was voor de directie van de school niet eenvoudig om een geschikte leverancier van CO2-sensoren te vinden. Veel leveranciers bieden sensoren met een lage nauwkeurigheid aan, waardoor deze minder betrouwbaar zijn. Dit betekent vaak dat ze jaarlijks gekalibreerd moeten worden, wat een belangrijke impact heeft op de operationele kosten. Gezien het grote aantal klaslokalen, ging het om een forse aankoop voor deze school en vergde dit een grondige afweging. De directie was dan ook blij met het advies en de begeleiding die ze van Sentera kregen bij het bepalen van de juiste CO2-sensor voor hun project.
Dankzij de samenwerking met Sentera kunnen zij hun klaslokalen uitrusten met professionele CO2-sensoren die een hoge nauwkeurigheid bieden en zichzelf automatisch herkalibreren. Naast het CO2-niveau meten deze sensoren ook de temperatuur, de relatieve vochtigheid en het niveau van het omgevingslicht - de parameters die het comfort bepalen. Dit maakt het mogelijk om een compleet beeld te krijgen van de binnenluchtkwaliteit en om de perfecte omgeving te creëren voor de studenten en docenten.
Hoe wordt het CO2-niveau weergegeven?
Om in zoveel mogelijk klaslokalen het CO2-niveau te kunnen meten, is gekozen voor de standaard CO2-sensor. Het CO2-niveau in elk klaslokaal wordt gevisualiseerd via het principe van een verkeerslicht (groene, gele en rode LED).
Bij een CO2-alarm kan via de geïntegreerde zoemer een akoestisch alarm worden gegenereerd. Deze sensoren werken op 230 Volt, wat de installatie en de integratie in het bestaande gebouw vereenvoudigt. Er is de mogelijkheid om achteraf displays toe te voegen die de gemeten waarden visualiseren. Een andere optie die achteraf kan worden toegevoegd is datalogging. De sensoren kunnen onderling worden verbonden via Modbus RTU-communicatie. Door toevoeging van een internetgateway kunnen de meetwaarden van alle aangesloten sensoren online worden gemonitord via SenteraWeb - het online HVAC-portaal van Sentera. Via dit platform is het ook mogelijk om data te loggen, instellingen aan te passen en een overzicht te hebben van de verschillende sensoren in de school.
Om in zoveel mogelijk klaslokalen het CO2-niveau te kunnen meten, is gekozen voor de standaard CO2-sensor. Het CO2-niveau in elk klaslokaal wordt gevisualiseerd via het principe van een verkeerslicht (groene, gele en rode LED).
Bij een CO2-alarm kan via de geïntegreerde zoemer een akoestisch alarm worden gegenereerd. Deze sensoren werken op 230 Volt, wat de installatie en de integratie in het bestaande gebouw vereenvoudigt. Er is de mogelijkheid om achteraf displays toe te voegen die de gemeten waarden visualiseren. Een andere optie die achteraf kan worden toegevoegd is datalogging. De sensoren kunnen onderling worden verbonden via Modbus RTU-communicatie. Door toevoeging van een internetgateway kunnen de meetwaarden van alle aangesloten sensoren online worden gemonitord via SenteraWeb - het online HVAC-portaal van Sentera. Via dit platform is het ook mogelijk om data te loggen, instellingen aan te passen en een overzicht te hebben van de verschillende sensoren in de school.
Professionele CO2-sensoren voor uw school
Met meer dan twee decennia aan ervaring in de HVAC-industrie biedt Sentera een breed scala aan HVAC-sensoren. Ons assortiment is modulair. De standaard CO2-sensoren kunnen stand-alone werken of ze kunnen onderling worden verbonden via Modbus RTU-communicatie. Met een optioneel display kunt u de gemeten waarden van de verschillende sensoren visualiseren. Datalogging en bediening op afstand zijn beschikbaar via de optionele internet gateway. Neem contact met ons op voor meer informatie
Met meer dan twee decennia aan ervaring in de HVAC-industrie biedt Sentera een breed scala aan HVAC-sensoren. Ons assortiment is modulair. De standaard CO2-sensoren kunnen stand-alone werken of ze kunnen onderling worden verbonden via Modbus RTU-communicatie. Met een optioneel display kunt u de gemeten waarden van de verschillende sensoren visualiseren. Datalogging en bediening op afstand zijn beschikbaar via de optionele internet gateway. Neem contact met ons op voor meer informatie
Verminder sociale contacten
De Corona-crisis had een grote impact en heeft onze omgeving fundamenteel veranderd. In zeer korte tijd moesten we onze gewoontes aanpassen en onszelf alle mogelijke vormen van sociale contacten ontzeggen. Zowel privé als professioneel. De term 'telewerken' raakte al snel ingeburgerd. Telewerken zal in veel sectoren de nieuwe norm worden. In sommige sectoren is dit echter minder evident. In ziekenhuizen is het bijvoorbeeld essentieel dat medisch personeel met verschillende competenties onderling overlegt, om de beste aanpak voor een specifieke patiënt te bepalen. Een bijeenkomst in een kleine, afgesloten ruimte met zorgverleners die net van de Corona-afdeling komen, kan voor terechte bezorgdheid zorgen.
De Corona-crisis had een grote impact en heeft onze omgeving fundamenteel veranderd. In zeer korte tijd moesten we onze gewoontes aanpassen en onszelf alle mogelijke vormen van sociale contacten ontzeggen. Zowel privé als professioneel. De term 'telewerken' raakte al snel ingeburgerd. Telewerken zal in veel sectoren de nieuwe norm worden. In sommige sectoren is dit echter minder evident. In ziekenhuizen is het bijvoorbeeld essentieel dat medisch personeel met verschillende competenties onderling overlegt, om de beste aanpak voor een specifieke patiënt te bepalen. Een bijeenkomst in een kleine, afgesloten ruimte met zorgverleners die net van de Corona-afdeling komen, kan voor terechte bezorgdheid zorgen.
Meten is weten
Regelmatig testen van alle medewerkers geeft een geruststellend gevoel, maar een positieve testuitslag kan leiden tot hoge stressniveaus. Het is essentieel dat deze controles een besmetting in een vroeg stadium opsporen zodat tijdig de nodige maatregelen (quarantaine) kunnen genomen worden om erger te voorkomen. Het ziekenhuis AZ Sint-Blasius in Dendermonde wilde echter nog een stap verder gaan en ook proactief maatregelen nemen. Waar is de kans op besmetting met het COVID-19 virus het grootst? Door de binnenluchtkwaliteit te monitoren en te loggen op plaatsen waar veel mensen van verschillende afdelingen elkaar vaak ontmoeten, willen ze het risico op besmetting inschatten.
Regelmatig testen van alle medewerkers geeft een geruststellend gevoel, maar een positieve testuitslag kan leiden tot hoge stressniveaus. Het is essentieel dat deze controles een besmetting in een vroeg stadium opsporen zodat tijdig de nodige maatregelen (quarantaine) kunnen genomen worden om erger te voorkomen. Het ziekenhuis AZ Sint-Blasius in Dendermonde wilde echter nog een stap verder gaan en ook proactief maatregelen nemen. Waar is de kans op besmetting met het COVID-19 virus het grootst? Door de binnenluchtkwaliteit te monitoren en te loggen op plaatsen waar veel mensen van verschillende afdelingen elkaar vaak ontmoeten, willen ze het risico op besmetting inschatten.
Bewaak de binnenluchtkwaliteit via mobiele units
Budget is vaak een issue, dus moeten er keuzes gemaakt worden. Op het gebied van kwaliteit wilde het ziekenhuis geen concessies doen. Daarom is besloten om samen te werken met een betrouwbare Europese fabrikant als Sentera. Het ziekenhuismanagement besloot om mobiele opstellingen van CO2-sensoren met display te maken en deze via het wifi-netwerk te verbinden met de cloud. Dankzij de wifi-verbinding zijn de units gemakkelijk te verplaatsen. Er is alleen een stopcontact nodig om ze operationeel te krijgen. Deze oplossing biedt ook de mogelijkheid om de meetwaarden op afstand te bekijken en grafieken weer te geven. Naast CO2 worden ook temperatuur, relatieve vochtigheid en lichtsterkte gemeten. Alle metingen worden opgeslagen op SenteraWeb – het online HVAC-portaal. De mobiele meetinstallaties worden momenteel voor een periode van minimaal een week op verschillende afdelingen ingezet.
Budget is vaak een issue, dus moeten er keuzes gemaakt worden. Op het gebied van kwaliteit wilde het ziekenhuis geen concessies doen. Daarom is besloten om samen te werken met een betrouwbare Europese fabrikant als Sentera. Het ziekenhuismanagement besloot om mobiele opstellingen van CO2-sensoren met display te maken en deze via het wifi-netwerk te verbinden met de cloud. Dankzij de wifi-verbinding zijn de units gemakkelijk te verplaatsen. Er is alleen een stopcontact nodig om ze operationeel te krijgen. Deze oplossing biedt ook de mogelijkheid om de meetwaarden op afstand te bekijken en grafieken weer te geven. Naast CO2 worden ook temperatuur, relatieve vochtigheid en lichtsterkte gemeten. Alle metingen worden opgeslagen op SenteraWeb – het online HVAC-portaal. De mobiele meetinstallaties worden momenteel voor een periode van minimaal een week op verschillende afdelingen ingezet.
Gerichte acties om de luchtkwaliteit te verbeteren
Deze mobiele metingen maken duidelijk welke locaties de grootste risico's op besmetting met COVID-19 vormen en waar permanente oplossingen nodig zijn. Dit inzicht in de evolutie van de luchtkwaliteit op verschillende locaties in het ziekenhuis maakte het mogelijk om de huidige maatregelen verder te optimaliseren en een veiligere werkomgeving te creëren voor het medisch personeel. De maatregelen variëren van kleine aanpassingen aan het ventilatiesysteem tot het beperken van het aantal personen in bepaalde ruimtes. Vergaderruimtes waren naar schatting locaties met een hoog risico op besmetting met COVID-19. Daarom worden deze ruimtes nu permanent bewaakt met CO2-sensoren. Ongetwijfeld kunnen veel bedrijven een voorbeeld nemen aan deze aanpak. Zelfs met een beperkt budget is het mogelijk om door gerichte acties de hoogste risico's te identificeren en de binnenluchtkwaliteit te optimaliseren.
Deze mobiele metingen maken duidelijk welke locaties de grootste risico's op besmetting met COVID-19 vormen en waar permanente oplossingen nodig zijn. Dit inzicht in de evolutie van de luchtkwaliteit op verschillende locaties in het ziekenhuis maakte het mogelijk om de huidige maatregelen verder te optimaliseren en een veiligere werkomgeving te creëren voor het medisch personeel. De maatregelen variëren van kleine aanpassingen aan het ventilatiesysteem tot het beperken van het aantal personen in bepaalde ruimtes. Vergaderruimtes waren naar schatting locaties met een hoog risico op besmetting met COVID-19. Daarom worden deze ruimtes nu permanent bewaakt met CO2-sensoren. Ongetwijfeld kunnen veel bedrijven een voorbeeld nemen aan deze aanpak. Zelfs met een beperkt budget is het mogelijk om door gerichte acties de hoogste risico's te identificeren en de binnenluchtkwaliteit te optimaliseren.
Stand-alone CO2-sensor of IAQ-monitoringsysteem?
Door het modulaire concept van de Sentera producten is het mogelijk om te starten met een stand-alone CO2 sensor met visuele LED-aanduiding. Daarna kunnen de verschillende CO2-sensoren via Modbus RTU-communicatie in een netwerk worden gekoppeld. Optioneel kan een display worden toegevoegd om de gemeten waarden te visualiseren. Alle apparaten kunnen via een optionele internet gateway worden gekoppeld aan SenteraWeb - het online HVAC-platform. Dit maakt datalogging, remote monitoring en remote control mogelijk. Het Sentera-productassortiment biedt oplossingen variërend van een eenvoudige CO2-sensor tot een compleet, cloud-verbonden systeem om de binnenluchtkwaliteit in uw gebouw te bewaken.
Door het modulaire concept van de Sentera producten is het mogelijk om te starten met een stand-alone CO2 sensor met visuele LED-aanduiding. Daarna kunnen de verschillende CO2-sensoren via Modbus RTU-communicatie in een netwerk worden gekoppeld. Optioneel kan een display worden toegevoegd om de gemeten waarden te visualiseren. Alle apparaten kunnen via een optionele internet gateway worden gekoppeld aan SenteraWeb - het online HVAC-platform. Dit maakt datalogging, remote monitoring en remote control mogelijk. Het Sentera-productassortiment biedt oplossingen variërend van een eenvoudige CO2-sensor tot een compleet, cloud-verbonden systeem om de binnenluchtkwaliteit in uw gebouw te bewaken.
Wie is Sentera?
Sentera is een van de toonaangevende fabrikanten van regeloplossingen voor HVAC- en ventilatiesystemen. Het is hun missie om intelligente HVAC-oplossingen te maken die gemakkelijk te gebruiken zijn! Ze ontwikkelen, produceren en commercialiseren snelheidsregelaars voor ventilatoren, HVAC-sensoren, HVAC-regelaars en klepaandrijvingen om luchtstromen te regelen en de kwaliteit van de binnenlucht te bewaken. Vandaag telt de Sentera-groep 8 bedrijven en 150 medewerkers die op 4 verschillende locaties zijn gevestigd. Het hoofdkantoor en het centrale magazijn zijn gevestigd in Temse, België. De Sentera-groep is een 100% familiebedrijf. Voor meer informatie, contacteer Sentera!
Sentera is een van de toonaangevende fabrikanten van regeloplossingen voor HVAC- en ventilatiesystemen. Het is hun missie om intelligente HVAC-oplossingen te maken die gemakkelijk te gebruiken zijn! Ze ontwikkelen, produceren en commercialiseren snelheidsregelaars voor ventilatoren, HVAC-sensoren, HVAC-regelaars en klepaandrijvingen om luchtstromen te regelen en de kwaliteit van de binnenlucht te bewaken. Vandaag telt de Sentera-groep 8 bedrijven en 150 medewerkers die op 4 verschillende locaties zijn gevestigd. Het hoofdkantoor en het centrale magazijn zijn gevestigd in Temse, België. De Sentera-groep is een 100% familiebedrijf. Voor meer informatie, contacteer Sentera!
De Corona pandemie heeft geleid tot het massaal aankopen van CO2 sensoren.
Dat niet alle toestellen even efficiënt of zelfs bruikbaar zijn is pijnlijk duidelijk geworden door een miskoop van de stad Brugge.
Het monitoren van het CO2-gehalte in onze binnenlucht is een onrechtstreekse manier om de aerosolen in de lucht te meten. Onrechtsreeks, omdat het niet de aerosolen of virussen zelf meet, maar via een CO2-meting wel de aanwezigheid en activiteit van personen in de ruimte. En bijgevolg biedt het dus eveneens een indicatie van het risico op een COVID besmetting.
Maar ook als iedereen in de ruimte COVID-safe zou zijn is de aanschaf van een CO2-monitoring systeem het overwegen waard. Want een te hoog CO2-gehalte heeft invloed op de concentratie. Dus zeker in klaslokalen en op vergader- en werkplekken is het aangewezen het CO2-niveau te beperken en de ruimte van voldoende verse lucht te voorzien.
Om deze metingen echter op een efficiënte en veilige manier uit te voeren, zijn toestellen nodig die aan een aantal voorwaarden voldoen.
Alle Sentera CO2 meters zijn uitgerust met NDIR (niet-dispersieve infrarood) CO2-sensoren met een meetfout van slechts +/- 30 ppm (3% op een schaal van 0-2.000 ppm) en zijn bovendien zelfkalibrerend. Deze sensoren zijn uitgerust met LED-indicatoren die op zeer duidelijke wijze het CO2-peil aangeven. Ze zijn beschikbaar met of zonder akoustisch alarm en kunnen desgewenst ook uitgerust worden met een touchscreen. Via Senteraweb kunnen alle meetwaarden gelogd worden voor verdere analyse.
Wenst u meer informatie of advies betreffende de juiste CO2 meters voor uw specifieke toepassing, aarzel dan niet om één van onze medewerkers te contacten.
We kennen een potentiometer vooral als een toestel waarmee we via een draaiknop rechtstreeks de snelheid van een EC-ventilator, of via een snelheidsregelaar de snelheid van een AC-ventilator kunnen regelen. Op zich is deze bouwsteen van zowat elke ventilatietoepassing een zeer eenvoudig toestel met beperkte mogelijkheden, ware het niet dat Sentera nu ook een Modbus-RTU versie ontwikkeld heeft.
Want naast vraaggestuurde ventilatie, waarbij sensoren of een netwerk van sensoren bepalen hoeveel er geventileerd moet worden, blijft ook de handbediende regeling van ventilatie zeer populair. Automatisch gaan we dan denken dat er moet gekozen worden tussen enerzijds een zeer eenvoudige handbediende regeling met een potentiometer, of anderzijds een volautomatische regeling op basis van sensoren waarbij handmatig ingrijpen moeilijk, meestal zelfs onmogelijk is. Dankzij de ontwikkeling van deze Modbus RTU potentiometer ontstaan er echter tal van nieuwe combinaties en mogelijkheden.
Ongeacht of het nu gaat om kleine installaties waarbij één potentiometer één ventilator of klep bedient, of een grote installatie met meerdere lokalen waarbij ook nog eens sensoren gebruikt worden, kan deze nieuwe potentiometer zijn nut bewijzen. Laat uw creativiteit de vrije loop. Wij geven alvast enkele ideeën:
De Modbus RTU potentiometers van Sentera bieden nog tal van extra mogelijkheden die instelbaar zijn via de Modbus registers :
De SDP-M010 bestaat in 3 uitvoeringen:
Alle toestellen zijn zowel geschikt voor opbouw als inbouw en zijn voorzien van een handig klemmenblok met veercontacten, waardoor u soepele draden 0,5—1,5 mm² kan gebruiken of draden met kabelschoen 0,5—1,0 mm², lengte 9-10 mm.
Want naast vraaggestuurde ventilatie, waarbij sensoren of een netwerk van sensoren bepalen hoeveel er geventileerd moet worden, blijft ook de handbediende regeling van ventilatie zeer populair. Automatisch gaan we dan denken dat er moet gekozen worden tussen enerzijds een zeer eenvoudige handbediende regeling met een potentiometer, of anderzijds een volautomatische regeling op basis van sensoren waarbij handmatig ingrijpen moeilijk, meestal zelfs onmogelijk is. Dankzij de ontwikkeling van deze Modbus RTU potentiometer ontstaan er echter tal van nieuwe combinaties en mogelijkheden.
Ongeacht of het nu gaat om kleine installaties waarbij één potentiometer één ventilator of klep bedient, of een grote installatie met meerdere lokalen waarbij ook nog eens sensoren gebruikt worden, kan deze nieuwe potentiometer zijn nut bewijzen. Laat uw creativiteit de vrije loop. Wij geven alvast enkele ideeën:
- Toepassingen waarbij we ventilatoren handmatig gaan bedienen maar waar u dankzij de aanwezigheid van Modbus RTU vanop afstand de controle van de potentiometer kan overnemen. Denk aan het automatisch uitschakelen buiten de werkuren of tijdens vakantieperiodes, of aan Free Cooling tijdens zomernachten. De controle overnemen kan via SenteraWeb, maar ook via eender welk gebouwbeheersysteem dat Modbus RTU-compatibel is.
- Toepassingen waarbij we vraaggestuurde ventilatie gaan combineren met handbediening. Denk aan vergaderzalen of klaslokalen waarbij het bvb mogelijk wordt om tijdens pauzes of speeltijden de ruimte extra te “spoelen”. Nadat de meetwaarde van de aanwezige sensor terug onder de gewenste waarde is gezakt neemt de automatische regeling op basis van de sensor de controle weer over. Dus een efficiente ventilatie zonder onnodige energieverspilling.
De Modbus RTU potentiometers van Sentera bieden nog tal van extra mogelijkheden die instelbaar zijn via de Modbus registers :
- Draairichting van minimum naar maximum of van maximum naar minimum
- Instelbare minimale- en maximale uitgangswaarde
- Type uitgangssignaal te selecteren uit 0-10 VDC, 0-20 mA, 0-100% PWM
- Modbus communicatie time-out
- Uitlezen van de potentiometeruitgang
- Overschrijven van de uitgang via Modbus RTU
De SDP-M010 bestaat in 3 uitvoeringen:
- De SDP-M010-AT met nulpositie in de uiterst linkse stand
- De SDP-M010-BT heeft geen nulpositie en kan dus niet lager dan de minimumwaarde die via Modbus is ingesteld
- De SDP-M010-DC heeft een droog contact uitgang in de uiterst linkse positie waarmee externe apparatuur kan in- of uitgeschakeld worden
Alle toestellen zijn zowel geschikt voor opbouw als inbouw en zijn voorzien van een handig klemmenblok met veercontacten, waardoor u soepele draden 0,5—1,5 mm² kan gebruiken of draden met kabelschoen 0,5—1,0 mm², lengte 9-10 mm.
Maar meer dan ooit, is het belangrijk dat we ook heel precies gaan ventileren. Niet te veel, niet te weinig, net genoeg. En daar hebben het klimaat en de steile opmars van de energietarieven natuurlijk veel mee te maken.
Individueel willen we niet dat de energiekosten de pan uitswingen, en ook allemaal samen willen we deze winter niet zonder gas of elektriciteit vallen. En uiteraard moeten we er ook globaal voor zorgen dat de planeet leefbaar blijft.
Net genoeg ventileren zorgt ervoor dat we in de winter geen overbodige koude lucht van buiten naar binnen brengen, en in de zomer geen overbodige warme lucht, zodat we het binnen lekker fris houden. Ook het verbruik van de ventilatiesystemen zelf is beduidend lager als we efficiënt gaan ventileren. Maar laat ons eerlijk zijn .. hoeveel ventilatiesystemen staan niet fout ingesteld? Of vragen handmatig ingrijpen van de eindklant, en worden daarom slecht gebruikt? Of worden gewoon (gedeeltelijk) buiten dienst gesteld?
SenteraWeb kan helpen bij het inregelen en monitoren van uw ventilatiesysteem.
Het inregelen en optimaal houden van een ventilatiesysteem (of het nu met of zonder warmteterugwinning is), vraagt van een installateur van ventilatiesystemen veel tijd en kennis. En als het goed is heeft u als installateur wel de kennis, maar weinig tijd.
Met SenteraWeb kan u tijd vrij maken. Tijd die anders verloren gaat bij het ter plaatse inregelen of bijregelen. De installatie is namelijk permanent bereikbaar van achter uw computer. Vervang de drukke verkeersspits op weg naar uw klant door een druk op de knop van uw koffiezetapparaat en neem plaats aan boord van uw SenteraWeb controlecentrum.
Alhoewel SenteraWeb een platform is dat constant verder ontwikkeld wordt en waar dus steeds nieuwigheden zullen verschijnen, zet ik hieronder alvast een lijstje met de huidige stand van zaken en enkele nieuwigheden die er op korte termijn aankomen. Sommige diensten zijn betalend via een abonnementsservice (eerste 3 maanden gratis), maar het inregelen en realtime monitoren van de aangesloten toestellen is gratis. Het enige wat u nodig heeft bij de klant is een internetverbinding (al dan niet draadloos), en een Sentera Gateway**
Binnenkort organiseren we een SenteraWeb WEBINAR. Laat het ons weten als je interesse hebt, dan houden we je op de hoogte van de juiste data.
(*) Het “Sickbuildingsyndroom” duidt op gezondheidsklachten die ervaren worden door een groep mensen en die wordt toegeschreven aan het gebouw waarin ze frequent aanwezig zijn. Het komt vaak voor bij nieuwbouw of renovatie waarbij vaak nog vluchtige organische stoffen vrijkomen uit de bouwmaterialen zoals uit verven, lijmen, siliconen, enz.. De symptomen zijn uiteenlopend en gaan van zware vermoeidheid via prikkelbaarheid, duizeligheid, en irritatie van de ogen tot neusverkoudheden en luchtweginfecties.
(**) De Sentera Gateway hoeft niet permanent ter plaatse te blijven. Na het inregelen kan u hem eventueel wegnemen en opnieuw gebruiken bij een nieuw project.
(***) Vraag naar de lijst van, door SenteraWeb erkende klepaandrijvingen, luchtbehandelingskasten, EC-ventilatoren, ...
Individueel willen we niet dat de energiekosten de pan uitswingen, en ook allemaal samen willen we deze winter niet zonder gas of elektriciteit vallen. En uiteraard moeten we er ook globaal voor zorgen dat de planeet leefbaar blijft.
Net genoeg ventileren zorgt ervoor dat we in de winter geen overbodige koude lucht van buiten naar binnen brengen, en in de zomer geen overbodige warme lucht, zodat we het binnen lekker fris houden. Ook het verbruik van de ventilatiesystemen zelf is beduidend lager als we efficiënt gaan ventileren. Maar laat ons eerlijk zijn .. hoeveel ventilatiesystemen staan niet fout ingesteld? Of vragen handmatig ingrijpen van de eindklant, en worden daarom slecht gebruikt? Of worden gewoon (gedeeltelijk) buiten dienst gesteld?
SenteraWeb kan helpen bij het inregelen en monitoren van uw ventilatiesysteem.
Het inregelen en optimaal houden van een ventilatiesysteem (of het nu met of zonder warmteterugwinning is), vraagt van een installateur van ventilatiesystemen veel tijd en kennis. En als het goed is heeft u als installateur wel de kennis, maar weinig tijd.
Met SenteraWeb kan u tijd vrij maken. Tijd die anders verloren gaat bij het ter plaatse inregelen of bijregelen. De installatie is namelijk permanent bereikbaar van achter uw computer. Vervang de drukke verkeersspits op weg naar uw klant door een druk op de knop van uw koffiezetapparaat en neem plaats aan boord van uw SenteraWeb controlecentrum.
Alhoewel SenteraWeb een platform is dat constant verder ontwikkeld wordt en waar dus steeds nieuwigheden zullen verschijnen, zet ik hieronder alvast een lijstje met de huidige stand van zaken en enkele nieuwigheden die er op korte termijn aankomen. Sommige diensten zijn betalend via een abonnementsservice (eerste 3 maanden gratis), maar het inregelen en realtime monitoren van de aangesloten toestellen is gratis. Het enige wat u nodig heeft bij de klant is een internetverbinding (al dan niet draadloos), en een Sentera Gateway**
- Alle Modbusregisters van elk toestel zijn toegankelijk. U bepaalt de instelpunten, de meetbereiken, de waarschuwingsniveau’s, enz..
- Via het dashboard met de (zelf te kiezen) belangrijkste parameters kan u in realtime de gegevens opvragen en weergeven.
- Gegevens kunnen gelogd worden zodat u ook de piekmomenten van bepaalde meetwaarden kan vaststellen of de waarden kan zien evolueren door de seizoenen heen.
- Als de installatie van de klant specifieke Solution firmware nodig heeft kan u die vanaf SenteraWeb uploaden naar het Master-toestel.
- Ook de firmware van de Slave toestellen kan worden bijgewerkt zodra er nieuwe firmwares beschikbaar zijn.
- Uzelf bent uiteraard Configurator van de installatie, maar naargelang het type abonnement kan u er nog configurators of gebruikers bijmaken (u bepaalt tot welke parameters de gebruiker toegang heeft).
- Mits een abonnement kan u gebruikmaken van de e-mail of SMS service.
- Met de Scheduled Services kan u instelpunten gaan wijzigen in functie van een weekkalender.
- een eenvoudige VAV-regeling op basis van een Sentera verschildrukregelaar,
- om een project waarbij verschillende lokalen of ruimtes gemonitord worden op CO2,
- om een parkeergarage waar op CO of LPG gemonitord wordt, of
- om het monitoren van de efficiëntie van de luchtbehandelingskast ***,
Binnenkort organiseren we een SenteraWeb WEBINAR. Laat het ons weten als je interesse hebt, dan houden we je op de hoogte van de juiste data.
(*) Het “Sickbuildingsyndroom” duidt op gezondheidsklachten die ervaren worden door een groep mensen en die wordt toegeschreven aan het gebouw waarin ze frequent aanwezig zijn. Het komt vaak voor bij nieuwbouw of renovatie waarbij vaak nog vluchtige organische stoffen vrijkomen uit de bouwmaterialen zoals uit verven, lijmen, siliconen, enz.. De symptomen zijn uiteenlopend en gaan van zware vermoeidheid via prikkelbaarheid, duizeligheid, en irritatie van de ogen tot neusverkoudheden en luchtweginfecties.
(**) De Sentera Gateway hoeft niet permanent ter plaatse te blijven. Na het inregelen kan u hem eventueel wegnemen en opnieuw gebruiken bij een nieuw project.
(***) Vraag naar de lijst van, door SenteraWeb erkende klepaandrijvingen, luchtbehandelingskasten, EC-ventilatoren, ...
In de moderne ventilatietoepassingen voor woningen of (bedrijfs)gebouwen wordt vaak gebruik gemaakt van een centraal ventilatiesysteem of luchtbehandelingskast (LBK) die al dan niet voorzien is van warmteterugwinning (WTW). In een woning staat dit centraal ventilatiesysteem meestal op zolder, bij een (bedrijfsgebouw) is dat meestal buiten op het dak of ergens naast het gebouw. Dit centrale ventilatiesysteem bestaat uit een netwerk van luchtkanalen die op het einde telkens voorzien zijn van een ventilatierooster. Vroeger werden die roosters per ruimte vaak handmatig bijgeregeld om het gewenste debiet te bekomen. Tegenwoordig zijn er echter elektrisch bediende roosters, maar nog beter is om vlak voor het rooster een volautomatische VAV- of CAV-regelklep te voorzien.
Constante drukregeling
Of we nu regelen met een handmatig verstelbaar rooster of met een VAV / CAV klep, door enkel het regelen van de kleppen per kamer of per zone zijn we er uiteraard nog niet. Als het centrale ventilatiesysteem, dat voorzien is van een of meerdere ventilatoren, zijn snelheid niet zou aanpassen aan de totale vraag aan verse lucht binnen het netwerk, dan zou het regelen van de kleppen gewoon resulteren in meer tocht en lawaai dat via de roosters in de ruimte terechtkomt. Het is daarom nodig om in het hoofdkanaal, vlak voor de centrale ventilatieunit een verschildrukregelaar te installeren die zorgt dat de snelheid van de ventilatoren zich aanpast aan de totale vraag. Enkel dankzij deze constante drukregeling zal de stand van de kleppen ook werkelijk resulteren in het gewenste luchtvolume in de verschillende ruimtes.
Sommige centrale ventilatiesystemen hebben een ingebouwde verschildrukregelaar, terwijl andere dan weer een analoge of digitale ingang hebben waarop men een stuursignaal kan laten toekomen dat afkomstig is van een externe verschildrukregelaar. Sentera biedt een ganse waaier aan verschildrukregelaars. De meeste daarvan kunnen trouwens uitgerust worden met een zogenaamde Pitotbuis, wat een luchtsnelheidsmeting toelaat. Die is nog handiger en vaak ook nauwkeuriger dan een verschildrukmeting.
VAV-kleppen voor variabel luchtvolume
Omwille van de energieëfficientie gaan we bij voorkeur de kamers in onze woning, of de ruimtes in ons gebouw, vraaggestuurd ventileren. Dit wil zeggen dat we niet meer met handmatig verstelbare roosters gaan werken, maar dat we aan de hand van sensoren de luchtkwaliteit in een ruimte gaan meten en net genoeg gaan ventileren om de luchtkwaliteit op peil te houden. Meer ventileren dan nodig zou immers vaak gepaard gaan met verlies van warmte (in de winter welteverstaan) en dat is uiteraard, zowel voor het milieu als economisch, niet verantwoord. De ruimtesensor, kanaalsensor of sensor die in de regelklep is ingebouwd, gaat de positie van de VAV-klep proportioneel openen of sluiten naargelang de gemeten luchtkwaliteit. Hoe slechter de luchtkwaliteit, hoe verder de klep open gaat en vice versa. Dit zorgt voor een variabel luchtvolume (variable air volume – VAV), in functie van de gemeten luchtkwaliteit.
CAV-kleppen voor constant luchtvolume
In tegenstelling tot een VAV klep die zorgt voor een aangepast luchtvolume naargelang de luchtkwaliteit, zorgt een CAV-klep ervoor dat een ruimte, of een aantal ruimtes die samen door de CAV-klep bediend worden, een vooraf bepaald volume aan verse lucht krijgen. Een constant luchtvolume (debiet) wordt vaak toegepast omdat het voorgeschreven wordt, of omdat het moeilijk is om de luchtkwaliteit in een bepaalde ruimte te meten en vraaggestuurd te gaan werken zoals dat bij een VAV-klep het geval is. Telkens als er wijzigingen gebeuren in andere ruimtes die op dezelfde ventilatiegroep zijn aangesloten, gaat de CAV-klep een drukverschil merken en haar klepstand bijsturen om terug het ingestelde luchtvolume (debiet) te voorzien in de ruimte.
Kunnen we VAV en CAV combineren binnen één ventilatiesysteem?
Jazeker, het is mogelijk om beide systemen te combineren. Zo zou er bijvoorbeeld voor landschapskantoren en vergaderruimten met een vraaggestuurde VAV-regeling gewerkt kunnen worden en voor productieruimtes of ateliers met een CAV-regeling. De constante drukregeling houdt immers rekening met de optelsom, de totale vraag naar verse lucht voor het ganse gebouw. Ongeacht of het om VAV of CAV gaat.
Waarvoor moeten we opletten?
Minimaal debiet
Als er gewerkt wordt met kanaalsensoren of met sensoren die in de regelklep zijn ingebouwd, dan moet er gezorgd worden voor een minimale luchtcirculatie om de sensoren toe te laten de lucht uit de ruimte te kunnen meten. Want als de lucht uit de ruimte niet tot bij de sensoren geraakt is er uiteraard geen correcte meting mogelijk.
VAV en CAV in “serie”
Zoals hierboven reeds vermeld is het ok om VAV en CAV in parallel te combineren. Hiermee bedoelen we dat sommige ruimtes CAV geregeld worden en andere VAV. Maar in sommige gevallen worden er ook systemen uitgetekend waarbij men hogerop in het kanalensysteem CAV kleppen gaat gebruiken om het dan verderop in de luchtkanalen opnieuw te gaan verdelen naargelang de vraag (dus met VAV-kleppen). Zoals je wel kan verwachten zorgt dit voor extra uitdagingen bij het inregelen. Ondermeer omdat CAV kleppen, een bepaald minimumvolume (voordruk) nodig hebben om hun luchtvolume constant te houden. En als de VAV-kleppen die zich dan achter een CAV-klep bevinden niet genoeg debiet meer vragen, dan gaat de CAV-klep moeilijkheden hebben om zijn ingesteld debiet te behouden.
Inregelen vereenvoudigen dankzij SenteraWeb cloud services
Het hoeft geen betoog dat het uittekenen en inregelen van een centraal ventilatiesysteem best ingewikkeld kan worden. Het feit dat Sentera VAV of CAV-regelkleppen voorzien zijn van Modbus communicatie en daardoor ook vanop afstand kunnen gemonitord en ingeregeld worden zorgt voor een enorme tijdwinst. Er wordt bespaard op voorrijkosten en op werkuren. Ook als de klant nadien parameterwijzigingen wil aanbrengen of het systeem wil uitbreiden kunnen dankzij de SenteraWeb cloud services grote kosten bespaard worden.
Sentera CAV-kleppen
Sentera heeft met de ACDPH-125 een 125 mm ronde CAV-regelklep in het gamma die beschikt over Modbus RTU communicatie. Daardoor kan ze vanop afstand ingeregeld en uitgelezen worden of kan ze opgenomen worden in uw HVAC netwerk. 160 en 200 mm CAV-kleppen zijn momenteel in volle ontwikkeling.
Sentera VAV-kleppen
Met de ACT-H-125 en ACT-H-160 heeft Sentera momenteel 2 gemotoriseerde ronde VAV-kleppen in het gamma terwijl een 200 mm versie in ontwikkeling is. Deze ACT-H kleppen kunnen via Modbus RTU of via een 0-10 VDC stuursignaal bediend worden. Dit maakt ze niet enkel compatibel met de Sentera sensoren, maar ook met third party sensoren. Sentera VAV-kleppen met ingebouwde CO2-, TVOC-, CO-, temperatuur- en relatieve vochtigheidssensoren zijn in volle ontwikkeling.
Onlangs hebben we de FIM-serie, een luchtfiltermonitor ontwikkeld en op de markt gebracht. Er zijn versies voor het monitoren van één (FIM18) of twee (FIM28) luchtfilters tegelijkertijd. De belangrijkste functies en kenmerken van deze luchtfiltermonitors zijn:
De laatste twee functies zijn mogelijk wanneer de FIM luchtfiltermonitor verbonden wordt met SenteraWeb, ons online HVAC-portaal. Het toestel is beschikbaar in een versie die via Wifi verbinding maakt met het internet, alsook in een versie die zowel Wifi als LAN bekabeling aanbiedt. Dit filtermonitor is ontworpen voor gebruik als standalone toestel en kan dus niet worden geïntegreerd in een GBS-systeem.
Luchtfiltermonitors kunnen worden gebruikt in zeer diverse omgevingen waar de luchtkwaliteit en de prestaties van luchtfilters van cruciaal belang zijn. Enkele mogelijke toepassingen waarin de FIM kan worden gebruikt, zijn:
De specifieke vereisten en aanbevelingen kunnen variëren afhankelijk van de locatie, de bedrijfstak en de regelgeving die van toepassing is op elke omgeving.
Samenvattend kunnen we zeggen dat facilitair managers, onderhoudspersoneel of HVAC-technici door het gebruik van een luchtfiltermonitor ervoor kunnen zorgen dat de luchtfilters optimaal functioneren, inefficiënties van het systeem kunnen voorkomen, een goede luchtkwaliteit binnenshuis kunnen behouden en de levensduur van de filters kunnen verlengen, waardoor uiteindelijk de energiekosten worden verlaagd en de prestaties van het systeem worden verbeterd.
- Meten van de drukval: Luchtfilters creëren een weerstand tegen de luchtstroom die er doorheen gaat. Na verloop van tijd, wanneer het filter stof en deeltjes verzamelt, neemt deze weerstand toe, wat resulteert in een hogere drukval over het filter. Een filtermonitor meet de drukval over het filter en geeft een indicatie van de toestand van het filter. Als de drukval een bepaalde drempel overschrijdt, geeft dit toestel aan dat het filter onderhoud nodig heeft.
- Real-time gegevens weergeven en waarschuwingen versturen: Onze luchtfiltermonitors leveren realtime gegevens en waarschuwingen, zodat operators of onderhoudspersoneel de toestand van het filter continu kunnen controleren. Ze kunnen meldingen of alarmen ontvangen wanneer het filter aandacht nodig heeft, zodat tijdig onderhoud kan worden ingepland en uitgevoerd of. Deze meldingen worden per sms of e-mail verstuurd.
- Gegevensregistratie en -analyse: De FIM filtermonitors registreren en slaan historische gegevens op over filterprestaties, drukdalingstrends en andere relevante parameters. Deze gegevens kunnen worden geanalyseerd om patronen te identificeren, onderhoudsschema's te optimaliseren of potentiële problemen met het luchtfiltersysteem te identificeren.
De laatste twee functies zijn mogelijk wanneer de FIM luchtfiltermonitor verbonden wordt met SenteraWeb, ons online HVAC-portaal. Het toestel is beschikbaar in een versie die via Wifi verbinding maakt met het internet, alsook in een versie die zowel Wifi als LAN bekabeling aanbiedt. Dit filtermonitor is ontworpen voor gebruik als standalone toestel en kan dus niet worden geïntegreerd in een GBS-systeem.
Luchtfiltermonitors kunnen worden gebruikt in zeer diverse omgevingen waar de luchtkwaliteit en de prestaties van luchtfilters van cruciaal belang zijn. Enkele mogelijke toepassingen waarin de FIM kan worden gebruikt, zijn:
- Private woningen: Gebruik het toestel om de luchtkwaliteit en de prestaties van luchtfilters in woningen te controleren en om zo een gezonde leefomgeving te garanderen, vooral voor mensen met allergieën of aandoeningen aan de luchtwegen.
- Commerciële gebouwen: Installeer de luchtfiltermonitor in kantoren, scholen, ziekenhuizen, winkelcentra of andere commerciële gebouwen om ervoor te zorgen dat de luchtfiltersystemen optimaal functioneren en een goede luchtkwaliteit binnenshuis behouden.
- Openbare gebouwen: Ook in scholen, ziekenhuisen, musea en dergelijke is luchtkwaliteit van primordiaal belang en dus ook het monitoren van de luchtfilters.
- Industriële faciliteiten: Bewaak luchtfilters in fabrieken, productiefaciliteiten of industriële faciliteiten om ervoor te zorgen dat schadelijke deeltjes, verontreinigende stoffen of gevaarlijke stoffen adequaat worden gefilterd, zodat een veilige werkomgeving voor werknemers wordt gehandhaafd.
- HVAC-systemen: Integreer de FIM in verwarmings-, ventilatie- en airconditioningsystemen (HVAC) om de toestand van filters te bewaken en een goede werking te garanderen, zodat de energie-efficiëntie wordt gemaximaliseerd en de verspreiding van verontreinigende stoffen wordt voorkomen.
- Laboratoria en cleanrooms: Gebruik het apparaat in gevoelige omgevingen zoals laboratoria, cleanrooms of onderzoeksfaciliteiten om de luchtkwaliteit te bewaken en ervoor te zorgen dat strikte normen voor deeltjesbeheersing worden gehandhaafd.
- Horeca: Implementeer de FIM luchtfiltermonitor in hotels, resorts of andere horecagelegenheden om de luchtkwaliteit in gastenkamers en gemeenschappelijke ruimten te bewaken, zodat gasten een comfortabele en gezonde omgeving hebben.
- Datacenters: Installeer het bewakingsapparaat in datacenters om te zorgen voor een goede luchtstroom en filterprestaties, zodat het risico op schade aan apparatuur door stof of deeltjes wordt verminderd..
De specifieke vereisten en aanbevelingen kunnen variëren afhankelijk van de locatie, de bedrijfstak en de regelgeving die van toepassing is op elke omgeving.
Samenvattend kunnen we zeggen dat facilitair managers, onderhoudspersoneel of HVAC-technici door het gebruik van een luchtfiltermonitor ervoor kunnen zorgen dat de luchtfilters optimaal functioneren, inefficiënties van het systeem kunnen voorkomen, een goede luchtkwaliteit binnenshuis kunnen behouden en de levensduur van de filters kunnen verlengen, waardoor uiteindelijk de energiekosten worden verlaagd en de prestaties van het systeem worden verbeterd.
Sentera I/O modules zijn Modbus RTU compatibel. Ze worden uiteraard gebruikt in Sentera HVAC solutions maar doordat ze universeel zijn kunnen ze ook van pas komen in uw project of product.
Brandmeldcentrales, bewegingsdetectie, deurcontacten, ... Soms heeft uw (HVAC)-toepassing interactie met externe apparatuur. Sentera biedt een volledig gamma converters of I/O-modules aan. Ze worden gebruikt in industriële en automatiseringstoepassingen, maar ook domotica of ventilatieoplossingen voor huishoudelijk gebruik maken volop gebruik van I/O-modules. I/O modules zijn de interface tussen een controller en externe apparatuur.
Een controller kan een Sentera HVAC controller zijn, die voorzien is van toepassingsspecifieke Solution firmware, maar ook een een PLC (een programmeerbare logische controller). Zolang ze maar gebruik maken van Modbus RTU communicatie kunnen ze via de Sentera I/O-modules verbinding maken met apparatuur van andere fabrikanten.
I/O staat voor Input/Output - Ingang/Uitgang

Typische voorbeelden, waarbij we via de ingangen (I) van onze I/O-modules externe informatie willen kunnen inlezen zijn :
Sommige modules zoals de DADCM-44 beschikken over ingangen waar universele PT500 temperatuurvoelers rechtstreeks op aangesloten kunnen worden. Daarnaast beschikt de DADCM-44 over 4 analoge ingangen. Deze zijn in staat om 0-10 VDC, 0-20 mA of PWM analoge informatie uit te lezen die bvb afkomstig is van sensoren.
Digitale ingangsmodules zoals DDACM zijn bvb verbonden met een uitgangscontact van een extern toestel zoals hierboven beschreven staat (bvb brandmeldcentrale). Bij brand gaat het contact van de brandmeldcentrale zich sluiten en bijgevolg de digitale ingang van de DDACM activeren. Dit wordt aangegeven in het overeenkomstige Modbusregister van de DDACM. Waarna de PLC of HVAC-regelaar dit uitleest en actie onderneemt (bvb ventilatie uitschakelen, of net omgekeerd.. afhankelijk van het programma).
Al deze inkomende informatie wordt dus door de PLC of Sentera HVAC controller verwerkt via allerlei eenvoudige of complexe algoritmes. Met het resultaat van deze berekeningen of algoritmes gaan we dan weer externe apparatuur aansturen. Dat doen we via de uitgangen(O) van onze I/O-modules . Typische voorbeelden hiervan zijn :
Voor een volledig overzicht van de Sentera I/O modules klikt u hier.
Brandmeldcentrales, bewegingsdetectie, deurcontacten, ... Soms heeft uw (HVAC)-toepassing interactie met externe apparatuur. Sentera biedt een volledig gamma converters of I/O-modules aan. Ze worden gebruikt in industriële en automatiseringstoepassingen, maar ook domotica of ventilatieoplossingen voor huishoudelijk gebruik maken volop gebruik van I/O-modules. I/O modules zijn de interface tussen een controller en externe apparatuur.
Een controller kan een Sentera HVAC controller zijn, die voorzien is van toepassingsspecifieke Solution firmware, maar ook een een PLC (een programmeerbare logische controller). Zolang ze maar gebruik maken van Modbus RTU communicatie kunnen ze via de Sentera I/O-modules verbinding maken met apparatuur van andere fabrikanten.
I/O staat voor Input/Output - Ingang/Uitgang
- I/O staat voor Input/Output en dus spreken we letterlijk vertaald over ingangs- / uitgangsmodules.
- We spreken over ingangen als we inkomende signalen, afkomstig van externe apparatuur willen kunnen verwerken.
- En we gebruiken uitgangen als we externe apparaten willen aansturen of activeren.

Typische voorbeelden, waarbij we via de ingangen (I) van onze I/O-modules externe informatie willen kunnen inlezen zijn :
- Temperaturen : voor vele HVAC-toepassingen willen we het verschil kunnen meten tussen binnen- en buitentemperatuur, of tussen de vloertemperatuur en plafondtemperatuur, of willen we temperaturen kunnen meten van toevoerlucht om te kunnen bepalen of we moeten bijverwarmen, enz...
- Sensoren : de meeste HVAC sensoren stellen hun meetinformatie ter beschikking via een analoog signaal. Uit de grootte van dit signaal kan dan de exacte meetwaarde afgeleid worden. Analoge signalen zijn universeel en dus maakt het niet uit wie de fabrikant is of wat er gemeten wordt, als het beschikbaar is via een analoog signaal kan het door onze I/O modules ingelezen worden.
- Digitale ingangen : deze kunnen afkomstig zijn brandmeldcentrales, inbraakcentrales, passief infrarood bewegingsdetectoren, magneetcontacten, enz ..
Sommige modules zoals de DADCM-44 beschikken over ingangen waar universele PT500 temperatuurvoelers rechtstreeks op aangesloten kunnen worden. Daarnaast beschikt de DADCM-44 over 4 analoge ingangen. Deze zijn in staat om 0-10 VDC, 0-20 mA of PWM analoge informatie uit te lezen die bvb afkomstig is van sensoren.
Digitale ingangsmodules zoals DDACM zijn bvb verbonden met een uitgangscontact van een extern toestel zoals hierboven beschreven staat (bvb brandmeldcentrale). Bij brand gaat het contact van de brandmeldcentrale zich sluiten en bijgevolg de digitale ingang van de DDACM activeren. Dit wordt aangegeven in het overeenkomstige Modbusregister van de DDACM. Waarna de PLC of HVAC-regelaar dit uitleest en actie onderneemt (bvb ventilatie uitschakelen, of net omgekeerd.. afhankelijk van het programma).
Al deze inkomende informatie wordt dus door de PLC of Sentera HVAC controller verwerkt via allerlei eenvoudige of complexe algoritmes. Met het resultaat van deze berekeningen of algoritmes gaan we dan weer externe apparatuur aansturen. Dat doen we via de uitgangen(O) van onze I/O-modules . Typische voorbeelden hiervan zijn :
- Doorgeven van digitale (aan / uit) signalen aan brandmeldcentrales, luchtbehandlingskasten, enz.
- Positioneren van een luchtklep in een luchtkanaal
- Snelheidscontrole van een ventilator of luchtbehandelingskast, enz..
- Aan / uitschakelen van een luchtbevochtiger, verwarmingselement, warmwaterkraan, ...
Voor een volledig overzicht van de Sentera I/O modules klikt u hier.
Warme lucht is lichter dan koude lucht en stijgt daarom naar het plafond. Op die manier wordt de zwaardere koude lucht naar de vloer afgeleid. Dit effect wordt stratificatie genoemd. In gebouwen waar de lucht gelaagd is, zijn temperatuurverschillen van 1,5 °C per 30 centimeter niet ongewoon. In hoge ruimten zoals magazijnen, showrooms of het onthaal in een kantoorgebouw zijn temperatuurverschillen van 10 tot 20 °C tusen plafondtemperatuur en "menshoogte" echt geen uitzondering.
Energieverlies door stratificatie
In geval van stratificatie houdt de thermostaat geen rekening houden met de thermische energie die hoog in de ruimte aanwezig is. Het gevolg is overmatige verwarming, wat leidt tot onnodige energieverspilling. Dit fenomeen doet zich vooral voor in gebouwen met een plafondhoogte van 6 meter of meer. Het gaat hier vooral om industriële gebouwen, showrooms, sporthallen en evenementenhallen. Stratificatie wordt beschouwd als een van de grootste energievreters in HVAC. Destratificatie bestaat uit het terug naar beneden brengen van de laag warme lucht die zich tegen het plafond bevindt. Hierdoor wordt de thermische energie in de ruimte gelijkmatig herverdeeld. Dit leidt tot een hoger comfort voor de bewoners zonder dat er extra verwarming nodig is.
Energiebesparing van 23,5%
Destratificatie wordt bereikt door het gebruik van plafondventilatoren die de warme lucht weer naar beneden duwen. De ventilatorsnelheid wordt bepaald door het temperatuurverschil tussen plafond en vloer. Vanaf een temperatuurverschil van 3 °C levert destratificatie een aanzienlijke energiebesparing op. Testen in een 6 meter hoogte ruimte wezen uit dat axiale destratificatie een energiebesparing van 23,5% opleverden.
Monitor en regel bij
De TCMF8 is de nieuwste snelheidsregelaar van Sentera die meerdere AC-ventilatoren kan regelen op basis van 2 temperatuurmetingen. Deze snelheidsregelaar kan worden gecombineerd met 2 DTS-temperatuursensoren (temperatuurmeting aan het plafond en op de vloer). Deze combinatie maakt het mogelijk om destratificatieventilatoren optimaal te regelen. Er bestaat een versie van de TCMF8 met ingebouwde Sentera gateway (TCMF8-602EW). Die maakt het mogelijk om de installatie op afstand te monitoren en bij te sturen via Senteraweb.
Ook een versie voor ventilatoren met EC motoren
Sentera's ECMF8 is speciaal ontwikkeld voor EC ventilatoren en biedt dezelfde functionaliteit als de TCMF8. De ECMF8 is ook standaard verkrijgbaar met een ingebouwde Sentera gateway (ECMF8-AO -EW).
Energieverlies door stratificatie
In geval van stratificatie houdt de thermostaat geen rekening houden met de thermische energie die hoog in de ruimte aanwezig is. Het gevolg is overmatige verwarming, wat leidt tot onnodige energieverspilling. Dit fenomeen doet zich vooral voor in gebouwen met een plafondhoogte van 6 meter of meer. Het gaat hier vooral om industriële gebouwen, showrooms, sporthallen en evenementenhallen. Stratificatie wordt beschouwd als een van de grootste energievreters in HVAC. Destratificatie bestaat uit het terug naar beneden brengen van de laag warme lucht die zich tegen het plafond bevindt. Hierdoor wordt de thermische energie in de ruimte gelijkmatig herverdeeld. Dit leidt tot een hoger comfort voor de bewoners zonder dat er extra verwarming nodig is.
Energiebesparing van 23,5%
Destratificatie wordt bereikt door het gebruik van plafondventilatoren die de warme lucht weer naar beneden duwen. De ventilatorsnelheid wordt bepaald door het temperatuurverschil tussen plafond en vloer. Vanaf een temperatuurverschil van 3 °C levert destratificatie een aanzienlijke energiebesparing op. Testen in een 6 meter hoogte ruimte wezen uit dat axiale destratificatie een energiebesparing van 23,5% opleverden.
Monitor en regel bij
De TCMF8 is de nieuwste snelheidsregelaar van Sentera die meerdere AC-ventilatoren kan regelen op basis van 2 temperatuurmetingen. Deze snelheidsregelaar kan worden gecombineerd met 2 DTS-temperatuursensoren (temperatuurmeting aan het plafond en op de vloer). Deze combinatie maakt het mogelijk om destratificatieventilatoren optimaal te regelen. Er bestaat een versie van de TCMF8 met ingebouwde Sentera gateway (TCMF8-602EW). Die maakt het mogelijk om de installatie op afstand te monitoren en bij te sturen via Senteraweb.
Ook een versie voor ventilatoren met EC motoren
Sentera's ECMF8 is speciaal ontwikkeld voor EC ventilatoren en biedt dezelfde functionaliteit als de TCMF8. De ECMF8 is ook standaard verkrijgbaar met een ingebouwde Sentera gateway (ECMF8-AO -EW).
Hoe gemakkelijk kunnen we de ideale omgeving voor ons creëren?
De beste en meest vereenvoudigde methode om het ventilatiesysteem in gebouwen te beheren, is door het ontbreken van directe interactie met de gebruikers. In zulke gevallen is de luchtkwaliteit altijd op peil, ongeacht de omstandigheden. Het ventilatiesysteem wordt geregeld afhankelijk van de bezettingsgraad van de ruimtes, en onze missie is om u kant-en-klare oplossingen te bieden voor het beheren van dit type systeem.
Tegenwoordig moet een ventilatiesysteem volledig geautomatiseerd werken, waarbij de belangrijkste parameters voortdurend moeten worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat er altijd frisse lucht in de ruimtes wordt gebracht. Gebruikers hoeven niet voortdurend de ingestelde parameters te monitoren of handmatig aan te passen, en bij een probleem moet het systeem u automatisch waarschuwen.
Toch wordt niet elke ruimte in het gebouw gebruikt zoals bedoeld: afhankelijk van het gebruik van een ruimte, wordt het ventilatiesysteem op verschillende manieren beheerd en worden de soorten apparaten gekozen op basis van het type installatie en de omgevingsomstandigheden. In dit artikel zullen we enkele van de meest voorkomende bedieningsschema’s voor ventilatiesystemen bespreken.
CO2-sensoren voor grote ruimtes
CO2-sensoren voor grote ruimtes
Verhoogde concentraties koolstofdioxide in ruimtes zijn het gevolg van het binnendringen van CO2 uit de buitenlucht, ademhalingsprocessen van mensen en onjuist beheer van het ventilatiesysteem. Bij verhoogde CO2-niveaus moet er meer frisse lucht de ruimte binnenkomen. Veel moderne ventilatiesystemen recyclen lucht om energie te besparen, waardoor vervuilde lucht terug in het gebouw wordt geblazen in plaats van de ruimtes van frisse lucht te voorzien. Dit leidt tot verhoogde CO2-concentraties en slechte luchtkwaliteit in de ruimtes. De luchtstroom moet constant worden gecontroleerd om tijdig een toevoer van frisse lucht te garanderen.
In ruimtes zoals conferentiezalen, auditoria, recepties en andere ruimtes met een constante stroom mensen, stijgt de concentratie van koolstofdioxide, wat betekent dat u hoogwaardige CO2-sensoren nodig hebt voor een optimale toevoer van frisse lucht. In wooncomplexen worden meestal CO2-sensoren voor kamers en luchtkanalen gebruikt, en we kunnen aannemen dat het CO2-niveau in de toevoerlucht constant is en in alle gevallen lager is dan het CO2-niveau in de vervuilde lucht in de ruimtes. Andere parameters zoals relatieve vochtigheid en VOC-concentraties blijven meestal stabiel in afgesloten ruimtes.
Als de woonruimtes in gebouwen zijn uitgerust met kleppen voor het regelen van de luchttoevoer, nemen deze apparaten de nodige positie in op basis van de gemeten CO2-waarden om de ventilatie en de toevoer van frisse lucht in de ruimtes in balans te brengen. De bijbehorende EC-ventilator kan rechtstreeks worden aangestuurd door een CO2-regelaar. Een andere optie is de installatie van meerdere sensoren en ventilatieregeling op basis van de hoogste CO2-metingen in het gebouw. Voor dit doel heeft Sentera de oplossing FS-D-000064 ontwikkeld.
Om het ventilatiesysteem te beheren op basis van de gemeten waarden van CO2, relatieve vochtigheid en temperatuur, hebt u een CO2-regelaar nodig, waarbij dit type apparaat een ingebouwd regelsysteem heeft dat de positie van de kleppen of de snelheid van de ventilator aanpast op basis van de gemeten waarden. CO2-sensoren verdelen de gemeten waarden van temperatuur, relatieve vochtigheid en koolstofdioxide over drie analoge uitgangen, waarbij de positie van de klep of de snelheid van de ventilator wordt geregeld op basis van een van de drie uitgangswaarden, maar niet alle drie tegelijk.
Voorkomen van condensatie in woonruimtes De relatieve vochtigheidswaarden variëren vaak in ruimtes zoals badkamers, toiletten of kleine keukens, waarbij de relatieve vochtigheid een nauwkeurige indicator is voor de werkelijke maximale waterinhoud van de lucht bij een bepaalde gemeten temperatuur. Warme lucht bevat meer vocht dan koude lucht, dus bij dezelfde hoeveelheid vocht zal de relatieve vochtigheid van koude lucht veel hoger zijn dan die van warme lucht. In zo’n geval blijven de CO2- en VOC-waarden meestal constant. Daarom is het logischer om deze ruimtes te ventileren op een manier die het risico op condensatie minimaliseert, aangezien condensatie of overmatige vochtigheid kan leiden tot schimmel, wat schadelijk is voor de gezondheid.
Voorkomen van condensatie in woonruimtes De relatieve vochtigheidswaarden variëren vaak in ruimtes zoals badkamers, toiletten of kleine keukens, waarbij de relatieve vochtigheid een nauwkeurige indicator is voor de werkelijke maximale waterinhoud van de lucht bij een bepaalde gemeten temperatuur. Warme lucht bevat meer vocht dan koude lucht, dus bij dezelfde hoeveelheid vocht zal de relatieve vochtigheid van koude lucht veel hoger zijn dan die van warme lucht. In zo’n geval blijven de CO2- en VOC-waarden meestal constant. Daarom is het logischer om deze ruimtes te ventileren op een manier die het risico op condensatie minimaliseert, aangezien condensatie of overmatige vochtigheid kan leiden tot schimmel, wat schadelijk is voor de gezondheid.
Het beheren van het ventilatiesysteem op basis van de relatieve vochtigheidswaarden in ruimtes is niet effectief, omdat de hoeveelheid vocht in de afgezogen lucht constant varieert. Wanneer we het ventilatiesysteem beheren op basis van de gemeten CO2-waarden, blijft de concentratie van koolstofdioxide in de buitenlucht altijd constant. Dit is niet het geval bij ventilatie op basis van relatieve vochtigheid, omdat de luchtvochtigheid buiten tijdens de warme seizoenen volledig anders is dan tijdens de koude seizoenen.
Op basis van de gemeten waarden van temperatuur en relatieve vochtigheid kunnen we het dauwpunt berekenen, en Sentera’s sensoren voor relatieve vochtigheid en temperatuur doen dit automatisch. Wanneer de buitenlucht in contact komt met een voorwerp waarvan de temperatuur lager is dan het dauwpunt, treedt condensatie op. Daarom moet de dauwpuntstemperatuur van de aangevoerde lucht altijd lager zijn dan de temperatuur in een ruimte met een hoge luchtvochtigheid, zodat we condensatie kunnen voorkomen.
Dus, wanneer de relatieve vochtigheid in een ruimte te hoog is, kan dit probleem worden opgelost met een perfect functionerend ventilatiesysteem, dat wil zeggen wanneer het dauwpunt van de aangevoerde lucht laag genoeg is. Hiervoor hebt u een sensor nodig om de relatieve vochtigheid in de kamers te meten, waarmee u ook het dauwpunt kunt berekenen.
VOC-sensoren voor het monitoren van luchtkwaliteit in ruimtes In sommige ruimtes zijn sensoren voor het meten van de VOC-concentratie zeer geschikt voor het beheren van het ventilatiesysteem op basis van de bezettingsgraad van de ruimte. Vluchtige organische stoffen (VOC’s) vormen een grote groep chemicaliën die voorkomen in veel producten die we gebruiken voor de bouw en het onderhoud van onze woningen en gebouwen. Veelvoorkomende voorbeelden van VOC’s in ons dagelijks leven zijn: benzeen, xyleen, ethyleenglycol, formaldehyde en methyleenchloride. Typische bronnen zijn verf of lak, nieuwe tapijten, lijmen, schoonmaakmiddelen, kopieerapparaten en bouwmaterialen. Daarnaast stoten sigarettenrook en rook van open haarden en houtkachels ook VOC’s uit. Het gezondheidsrisico van blootstelling aan elk van deze chemicaliën hangt af van de specifieke chemische verbinding, de concentratie en de duur van de blootstelling.
Langdurige blootstelling aan zelfs lage niveaus van VOC’s kan het risico op gezondheidsproblemen bij sommige mensen verhogen, vooral bij mensen met astma of een verhoogde gevoeligheid voor chemicaliën.
Hoge CO2-niveaus kunnen bij mensen hoofdpijn, verminderde concentratie, vermoeidheid, misselijkheid, duizeligheid of zelfs braken veroorzaken. De CO2-niveaus binnenshuis veranderen voortdurend afhankelijk van de staat van het ventilatiesysteem, het aantal aanwezigen en de duur van hun verblijf in de afgesloten ruimte. Het toegestane CO2-niveau voor de gezondheid van de mens in binnenruimtes ligt tussen 450 en 1000 ppm. Wanneer de waarden dit bereik overschrijden, moet de ventilatie worden aangepast. De CO2-sensoren van Sentera meten nauwkeurig de CO2-niveaus en zijn beschikbaar in verschillende behuizingen, afhankelijk van de toepassing.
In ruimtes zoals conferentiezalen, auditoria, recepties en andere ruimtes met een constante stroom mensen, stijgt de concentratie van koolstofdioxide, wat betekent dat u hoogwaardige CO2-sensoren nodig hebt voor een optimale toevoer van frisse lucht. In wooncomplexen worden meestal CO2-sensoren voor kamers en luchtkanalen gebruikt, en we kunnen aannemen dat het CO2-niveau in de toevoerlucht constant is en in alle gevallen lager is dan het CO2-niveau in de vervuilde lucht in de ruimtes. Andere parameters zoals relatieve vochtigheid en VOC-concentraties blijven meestal stabiel in afgesloten ruimtes.
Als de woonruimtes in gebouwen zijn uitgerust met kleppen voor het regelen van de luchttoevoer, nemen deze apparaten de nodige positie in op basis van de gemeten CO2-waarden om de ventilatie en de toevoer van frisse lucht in de ruimtes in balans te brengen. De bijbehorende EC-ventilator kan rechtstreeks worden aangestuurd door een CO2-regelaar. Een andere optie is de installatie van meerdere sensoren en ventilatieregeling op basis van de hoogste CO2-metingen in het gebouw. Voor dit doel heeft Sentera de oplossing FS-D-000064 ontwikkeld.
Om het ventilatiesysteem te beheren op basis van de gemeten waarden van CO2, relatieve vochtigheid en temperatuur, hebt u een CO2-regelaar nodig, waarbij dit type apparaat een ingebouwd regelsysteem heeft dat de positie van de kleppen of de snelheid van de ventilator aanpast op basis van de gemeten waarden. CO2-sensoren verdelen de gemeten waarden van temperatuur, relatieve vochtigheid en koolstofdioxide over drie analoge uitgangen, waarbij de positie van de klep of de snelheid van de ventilator wordt geregeld op basis van een van de drie uitgangswaarden, maar niet alle drie tegelijk.
Voorkomen van condensatie in woonruimtes De relatieve vochtigheidswaarden variëren vaak in ruimtes zoals badkamers, toiletten of kleine keukens, waarbij de relatieve vochtigheid een nauwkeurige indicator is voor de werkelijke maximale waterinhoud van de lucht bij een bepaalde gemeten temperatuur. Warme lucht bevat meer vocht dan koude lucht, dus bij dezelfde hoeveelheid vocht zal de relatieve vochtigheid van koude lucht veel hoger zijn dan die van warme lucht. In zo’n geval blijven de CO2- en VOC-waarden meestal constant. Daarom is het logischer om deze ruimtes te ventileren op een manier die het risico op condensatie minimaliseert, aangezien condensatie of overmatige vochtigheid kan leiden tot schimmel, wat schadelijk is voor de gezondheid.
Voorkomen van condensatie in woonruimtes De relatieve vochtigheidswaarden variëren vaak in ruimtes zoals badkamers, toiletten of kleine keukens, waarbij de relatieve vochtigheid een nauwkeurige indicator is voor de werkelijke maximale waterinhoud van de lucht bij een bepaalde gemeten temperatuur. Warme lucht bevat meer vocht dan koude lucht, dus bij dezelfde hoeveelheid vocht zal de relatieve vochtigheid van koude lucht veel hoger zijn dan die van warme lucht. In zo’n geval blijven de CO2- en VOC-waarden meestal constant. Daarom is het logischer om deze ruimtes te ventileren op een manier die het risico op condensatie minimaliseert, aangezien condensatie of overmatige vochtigheid kan leiden tot schimmel, wat schadelijk is voor de gezondheid.
Het beheren van het ventilatiesysteem op basis van de relatieve vochtigheidswaarden in ruimtes is niet effectief, omdat de hoeveelheid vocht in de afgezogen lucht constant varieert. Wanneer we het ventilatiesysteem beheren op basis van de gemeten CO2-waarden, blijft de concentratie van koolstofdioxide in de buitenlucht altijd constant. Dit is niet het geval bij ventilatie op basis van relatieve vochtigheid, omdat de luchtvochtigheid buiten tijdens de warme seizoenen volledig anders is dan tijdens de koude seizoenen.
Op basis van de gemeten waarden van temperatuur en relatieve vochtigheid kunnen we het dauwpunt berekenen, en Sentera’s sensoren voor relatieve vochtigheid en temperatuur doen dit automatisch. Wanneer de buitenlucht in contact komt met een voorwerp waarvan de temperatuur lager is dan het dauwpunt, treedt condensatie op. Daarom moet de dauwpuntstemperatuur van de aangevoerde lucht altijd lager zijn dan de temperatuur in een ruimte met een hoge luchtvochtigheid, zodat we condensatie kunnen voorkomen.
Dus, wanneer de relatieve vochtigheid in een ruimte te hoog is, kan dit probleem worden opgelost met een perfect functionerend ventilatiesysteem, dat wil zeggen wanneer het dauwpunt van de aangevoerde lucht laag genoeg is. Hiervoor hebt u een sensor nodig om de relatieve vochtigheid in de kamers te meten, waarmee u ook het dauwpunt kunt berekenen.
VOC-sensoren voor het monitoren van luchtkwaliteit in ruimtes In sommige ruimtes zijn sensoren voor het meten van de VOC-concentratie zeer geschikt voor het beheren van het ventilatiesysteem op basis van de bezettingsgraad van de ruimte. Vluchtige organische stoffen (VOC’s) vormen een grote groep chemicaliën die voorkomen in veel producten die we gebruiken voor de bouw en het onderhoud van onze woningen en gebouwen. Veelvoorkomende voorbeelden van VOC’s in ons dagelijks leven zijn: benzeen, xyleen, ethyleenglycol, formaldehyde en methyleenchloride. Typische bronnen zijn verf of lak, nieuwe tapijten, lijmen, schoonmaakmiddelen, kopieerapparaten en bouwmaterialen. Daarnaast stoten sigarettenrook en rook van open haarden en houtkachels ook VOC’s uit. Het gezondheidsrisico van blootstelling aan elk van deze chemicaliën hangt af van de specifieke chemische verbinding, de concentratie en de duur van de blootstelling.
Langdurige blootstelling aan zelfs lage niveaus van VOC’s kan het risico op gezondheidsproblemen bij sommige mensen verhogen, vooral bij mensen met astma of een verhoogde gevoeligheid voor chemicaliën.
Hoe werken luchtgordijnen?
Luchtgordijnen creëren een onzichtbare barrière van gecontroleerde luchtstromen bij de ingangen van gebouwen . Deze barrière voorkomt dat warme of koude lucht van buiten naar binnen stroomt, waardoor het binnenklimaat stabiel blijft en energieverlies wordt geminimaliseerd. Dit is vooral gunstig in gebouwen zoals winkels, supermarkten en industriële faciliteiten.
Functionaliteit en voordelen
1. Energiebesparing: Door het voorkomen van warmteverlies in de winter en het voorkomen van koelverlies in de zomer, helpen luchtgordijnen de energiekosten te verlagen en de algehele energie-efficiëntie van een gebouw te verbeteren.
2. Comfort: Luchtgordijnen zorgen voor een comfortabler binnenklimaat door tocht te verminderen en de temperatuur gelijkmatig te houden, waardoor gebruikers zich prettiger voelen in de ruimte.
3. Hygiëne: Door het creëren van een barrière tussen binnen en buiten, helpen luchtgordijnen ook bij het voorkomen van het binnendringen van stof, vuil en verontreinigende stoffen, wat de algeme hygiëne en luchtkwaliteit ten goede komt.
Met de Sentera trafo-regelaars STRA1 kan de snelheid van de luchtstroom aangepast worden aan specifieke behoeften. Deze flexibiliteit stelt gebruikers in staat om de prestaties van het luchtgordijn te optimaliseren op basis van factoren zoals buitentemperatuur, windomstandigheden en de frequentie van het gebruik van de ingang.
Doorgaans wordt deze oplossing toegepast om luchtgordijnen te regelen in industriële toepassingen, zoals productie- en logistieke hallen, magazijnen, grote winkelruimtes of tentoonstellingshallen.
Je kan hier met de draaiknop op het toestel de snelheid eenvudig in 5 stappen aanpassen.
Het enige dat voor de automatisering moet worden gedaan, is het deurcontact via een droog cotact aansluiten op onze STRA-1 traforegelaar, waarna je luchtgordijn wordt geactiveerd volgens de spanning die je via de draaischaklaar hebt geselecteerd, telekens als bv. poort of schuifdeur open en dicht gaat.
Voor meer informatie over onze oplossingen voor luchtgordijnen en andere energie-efficiënte oplossingen, kan u contact opnemen met ons.
Hoe werkt een transformator ventilatorsnelheidsregelaar?
Transformatorregelaars regelen de snelheid van ventilatoren met AC-motoren in stappen door de motorspanning te verlagen. Deze trapsgewijze snelheidsregeling wordt mogelijk gemaakt door de elektrische transformator die ze gebruiken, vandaar de naam 'transformatorregelaar'. Transformator ventilatorsnelheidsregelaars zijn kosteneffectief en hebben bewezen zeer betrouwbaar en robuust te zijn. Ze kunnen ook worden gebruikt in situaties waar de stroomvoorziening onstabiel is. Transformator snelheidsregelaars worden meestal gebruikt om de ventilatorsnelheid te regelen. De meeste klanten accepteren het nadeel van een iets lagere energie-efficiëntie omdat het gebruiksgemak voor hen belangrijker is. Een transformator snelheidsregelaar is een van de eenvoudigste methoden om de snelheid van een elektrische motor te regelen. Zowel de aansluiting als de ingebruikname zijn bijzonder eenvoudig.
Transformatorregelaars regelen de snelheid van ventilatoren met AC-motoren in stappen door de motorspanning te verlagen. Deze trapsgewijze snelheidsregeling wordt mogelijk gemaakt door de elektrische transformator die ze gebruiken, vandaar de naam 'transformatorregelaar'. Transformator ventilatorsnelheidsregelaars zijn kosteneffectief en hebben bewezen zeer betrouwbaar en robuust te zijn. Ze kunnen ook worden gebruikt in situaties waar de stroomvoorziening onstabiel is. Transformator snelheidsregelaars worden meestal gebruikt om de ventilatorsnelheid te regelen. De meeste klanten accepteren het nadeel van een iets lagere energie-efficiëntie omdat het gebruiksgemak voor hen belangrijker is. Een transformator snelheidsregelaar is een van de eenvoudigste methoden om de snelheid van een elektrische motor te regelen. Zowel de aansluiting als de ingebruikname zijn bijzonder eenvoudig.
Stille motorwerking
Dit type snelheidsregelaar is eenvoudig te installeren. Ze vereisen geen configuratie en kunnen onmiddellijk na aansluiting worden gebruikt. Dankzij de transformatortechnologie genereren ze een motorspanning met een perfecte sinusvorm, wat resulteert in een uitzonderlijk stille werking van de motor en een langere levensduur. Meer gedetailleerde informatie over transformatortechnologie wordt hieronder gegeven. De perfecte sinusvormige motorspanning is het grootste voordeel in vergelijking met elektronische TRIAC-regelaars. Een TRIAC-regelaar snijdt delen van de sinusgolf weg, terwijl een transformatorregelaar de sinusvorm behoudt, maar verlaagt.
Bromgeluid van de elektrische transformator
In een transformator creëert de wisselstroom een voortdurend veranderend magnetisch veld, waardoor de ijzeren kern gaat trillen met een hoge frequentie, wat wij waarnemen als een brommend geluid. Deze magnetische velden kunnen kleine bewegingen veroorzaken in de transformator zelf. Losse spoelen, lamellen in de kern, of zelfs de behuizing van de transformator kunnen licht gaan trillen en dus geluid produceren. Het is belangrijk om te weten dat enig gebrom normaal is voor transformatoren. Een ongewoon luid gebrom kan echter wijzen op een probleem, zoals losse onderdelen, overbelasting of defecte componenten. Sentera-transformatoren krijgen een speciale geïmpregneerde coating die het elektrische geluid vermindert. Vanwege dit bromgeluid raden we aan om de transformatorregelaar altijd te installeren in een technische ruimte waar dit geluid niet storend is.
Ventilatorsnelheid regelen door verlagen van de motorspanning
Transformatorregelaars rege
len de snelheid van de ventilator door de motorspanning in stappen te verlagen. TRIAC- of elektronische ventilatorsnelheidsregelaars regelen ook de motorsnelheid door de motorspanning te verlagen. Het verschil is dat transformatorregelaars dit in stappen doen, terwijl TRIAC-regelaars dit continu doen. Beide types snelheidsregelaars zijn alleen geschikt voor spanningsregelbare motoren. Dit zijn elektromotoren waarvan de snelheid kan worden geregeld door de voedingsspanning te verlagen, terwijl de frequentie constant blijft. Zowel TRIAC- als transformatorregelaars, zijn bruikbaar in toepassingen waar het koppel afneemt met de snelheid, zoals bij ventilatorsnelheidsregeling. Zoals eerder vermeld, zijn de grootste voordelen van een transformator ventilatorsnelheidsregelaar de eenvoudige bediening en kostenefficiëntie. Er is geen configuratie nodig; zodra alles is aangesloten, kan de ventilator onmiddellijk worden bediend. De opbouw, installatie en ingebruikname van een transformator ventilatorsnelheidsregelaar zijn veel eenvoudiger dan bij complexere snelheidsregelaars, zoals frequentieomvormers, wat zich ook vertaalt in in lagere kosten.
Dit type snelheidsregelaar is eenvoudig te installeren. Ze vereisen geen configuratie en kunnen onmiddellijk na aansluiting worden gebruikt. Dankzij de transformatortechnologie genereren ze een motorspanning met een perfecte sinusvorm, wat resulteert in een uitzonderlijk stille werking van de motor en een langere levensduur. Meer gedetailleerde informatie over transformatortechnologie wordt hieronder gegeven. De perfecte sinusvormige motorspanning is het grootste voordeel in vergelijking met elektronische TRIAC-regelaars. Een TRIAC-regelaar snijdt delen van de sinusgolf weg, terwijl een transformatorregelaar de sinusvorm behoudt, maar verlaagt.
Bromgeluid van de elektrische transformator
In een transformator creëert de wisselstroom een voortdurend veranderend magnetisch veld, waardoor de ijzeren kern gaat trillen met een hoge frequentie, wat wij waarnemen als een brommend geluid. Deze magnetische velden kunnen kleine bewegingen veroorzaken in de transformator zelf. Losse spoelen, lamellen in de kern, of zelfs de behuizing van de transformator kunnen licht gaan trillen en dus geluid produceren. Het is belangrijk om te weten dat enig gebrom normaal is voor transformatoren. Een ongewoon luid gebrom kan echter wijzen op een probleem, zoals losse onderdelen, overbelasting of defecte componenten. Sentera-transformatoren krijgen een speciale geïmpregneerde coating die het elektrische geluid vermindert. Vanwege dit bromgeluid raden we aan om de transformatorregelaar altijd te installeren in een technische ruimte waar dit geluid niet storend is.
Ventilatorsnelheid regelen door verlagen van de motorspanning
Transformatorregelaars rege

De transformator verlaagt de voedingsspanning, de zogenaamde primaire spanning. De verlaagde spanning die aan de motor geleverd wordt, is de secundaire spanning. De secundaire spanning wordt bepaald door de verhouding tussen het aantal wikkelingen aan de primaire kant en die aan de secundaire kant. Als de primaire wikkeling bijvoorbeeld twee keer zo groot is als de secundaire, zal de secundaire spanning de helft van de primaire spanning zijn. Het schema aan de rechterkant toont een elektrische transformator met slechts één secundaire spanning. De transformatoren die in snelheidsregelaars worden gebruikt, bieden echter vijf verschillende secundaire spanningen. De motorsnelheid wordt verlaagd door de motor aan te sluiten op een van deze spanningsaansluitingen (secundaire spanningen). Dit kan handmatig met een draaiknop, via een analoog ingangssignaal of via een Modbus RTU-commando. De meeste Sentera-transformatorregelaars bieden vijf verschillende motorsnelheden. Sommige modellen bieden de mogelijkheid om de laagste snelheid nog verder te verlagen door de kabel van de laagste snelheid intern aan te sluiten op een nog lagere spanningsaansluiting van de transformator. Dit is echter niet voor alle motortypes toegestaan. Als de startspanning te laag is, kan de motor mogelijk niet starten, waardoor deze kan blokkeren met het risico op doorbranding.
De maximale stroom die een transformator kan leveren, wordt bepaald door de dikte van de koperdraad in de wikkelingen. De maximale motorstroom bepaalt welk type transformator gekozen moet worden. Voor motoren met hogere stromen moet een transformator met een grotere draaddiameter worden gekozen. De maximale stroomcapaciteit van de Sentera-transformatoren wordt duidelijk weergegeven op de website. Dit betekent: het stroomverbruik van de motor (uitgedrukt in ampère) wanneer de motor op volle snelheid draait. De hogere stroom die kortstondig optreedt bij het opstarten van de motor, hoeft niet meegerekend te worden. Sentera-transformatoren hebben een constante draaddikte over de volledige wikkeling, wat zorgt voor een betere kwaliteit. Veel concurrenten bieden goedkopere transformatoren aan met variabele draaddiktes in de spoelwikkeling. Als gevolg van de elektrische stroom zullen de koperen draden opwarmen. Dunnere draden zullen sneller opwarmen omdat ze een hogere elektrische weerstand hebben. Als de opwarming te sterk wordt, smelt de isolatie van de koperdraad, wat een kortsluiting en permanente schade veroorzaakt. In dat geval moet de transformator worden vervangen. Te hoge omgevingstemperaturen, het frequent opnieuw opstarten van de motor of een installatie met onvoldoende koelingsmogelijkheden kunnen ook tot deze schade leiden.
De maximale stroom die een transformator kan leveren, wordt bepaald door de dikte van de koperdraad in de wikkelingen. De maximale motorstroom bepaalt welk type transformator gekozen moet worden. Voor motoren met hogere stromen moet een transformator met een grotere draaddiameter worden gekozen. De maximale stroomcapaciteit van de Sentera-transformatoren wordt duidelijk weergegeven op de website. Dit betekent: het stroomverbruik van de motor (uitgedrukt in ampère) wanneer de motor op volle snelheid draait. De hogere stroom die kortstondig optreedt bij het opstarten van de motor, hoeft niet meegerekend te worden. Sentera-transformatoren hebben een constante draaddikte over de volledige wikkeling, wat zorgt voor een betere kwaliteit. Veel concurrenten bieden goedkopere transformatoren aan met variabele draaddiktes in de spoelwikkeling. Als gevolg van de elektrische stroom zullen de koperen draden opwarmen. Dunnere draden zullen sneller opwarmen omdat ze een hogere elektrische weerstand hebben. Als de opwarming te sterk wordt, smelt de isolatie van de koperdraad, wat een kortsluiting en permanente schade veroorzaakt. In dat geval moet de transformator worden vervangen. Te hoge omgevingstemperaturen, het frequent opnieuw opstarten van de motor of een installatie met onvoldoende koelingsmogelijkheden kunnen ook tot deze schade leiden.
Spaartransformatoren 

Sentera-transformatorventilatorsnelheidsregelaars zijn uitgerust met een of meer spaartransformatoren. Een spaartransformator gebruikt een enkele wikkeling (spoel) die zowel als primaire en secundaire wikkeling fungeert. Verschillende spanningsaansluitingen worden gebruikt om verschillende uitgangsspanningen te bereiken. In tegenstelling tot de spaartransformator heeft de isolatietransformator twee afzonderlijke wikkelingen, de primaire en secundaire, die elektrische isolatie tussen de ingang en uitgang bieden.
Een enkele wikkeling betekent dat er geen galvanische scheiding is tussen de primaire en secundaire wikkeling. De spoelen zijn direct met elkaar verbonden, wat niet alleen elektromagnetische maar ook elektrische connectiviteit oplevert. Deze eigenschappen dragen sterk bij aan een hogere efficiëntie, omdat slechts een deel van het vermogen wordt omgezet.
De werking van een transformator is gebaseerd op twee basisprincipes:
1. De wisselende elektrische stroom in de primaire spoel creëert een wisselend elektromagnetisch veld.
2. Het elektromagnetische veld creëert een wisselende elektrische stroom via elektromagnetische inductie.
2. Het elektromagnetische veld creëert een wisselende elektrische stroom via elektromagnetische inductie.
De enkele wikkeling van een spaartransformator zorgt voor een compacter en lichter ontwerp in vergelijking met conventionele transformatoren met twee wikkelingen. Dit type transformator wordt gekenmerkt door compacte afmetingen, hoge betrouwbaarheid en een lange levensduur. Het wordt veel gebruikt in verschillende industrieën en productieprocessen, evenals voor huishoudelijke doeleinden wanneer bepaalde fysieke hoeveelheden moeten worden geregeld.
Hoe werkt een elektrische transformator?
In dit hoofdstuk leggen we in detail uit hoe een elektrische transformator werkt.
In dit hoofdstuk leggen we in detail uit hoe een elektrische transformator werkt.
Een transformator is een elektrisch apparaat dat elektrische energie tussen twee of meer circuits overbrengt via elektromagnetische inductie. Elektromagnetische inductie produceert een elektromotorische kracht in een geleider die wordt blootgesteld aan wisselende magnetische velden. Transformatoren worden gebruikt om wisselspanningen in elektrische toepassingen te verhogen of te verlagen.
Wisselstroom wordt toegepast op de primaire spoel van de transformator. Stroom die door een spoel vloeit, genereert een magnetisch veld. Omdat de stroom in de primaire spoel wisselt (constant van richting verandert), verandert ook het magnetische veld constant van sterkte en richting. Dit 'dansende' magnetische veld is cruciaal voor de volgende stap.
Het veranderende magnetische veld fungeert als een onzichtbare snelweg voor elektrische energie. Het snijdt door zowel de primaire als secundaire spoelen. In de secundaire spoel creëert dit veranderende magnetische veld een fenomeen dat elektromagnetische inductie wordt genoemd. Dit duwt de elektronen in de secundaire spoel in beweging, wat een stroom genereert. Het werkt als volgt: wanneer het magnetische veld rond de geleider (secundaire spoel) verandert, duwt het de elektronen in de geleider. Deze duw creëert een spanning (elektromotorische kracht) die de elektronen in een bepaalde richting laat stromen, waardoor er een elektrische stroom ontstaat. De richting van de stroom hangt af van de richting van de verandering in het magnetische veld, zoals beschreven door de wet van Lenz.
De spanning in de secundaire spoel is afhankelijk van twee factoren:
- Aantal wikkelingen: Het aantal wikkelingen in elke spoel. Als de secundaire spoel meer wikkelingen heeft dan de primaire spoel, zal de spanning hoger zijn. Omgekeerd zullen minder wikkelingen in de secundaire spoel resulteren in een lagere spanning.
- Sterkte van het magnetische veld: De sterkte van het wisselende magnetische veld. Een sterker magnetisch veld zal een grotere spanning in de secundaire spoel induceren.
Een transformatorsnelheidsregelaar is robuust en eenvoudig in gebruik. Het nadeel is de lagere energie-efficiëntie in vergelijking met complexere snelheidsregelaars. De efficiëntie van een transformator wordt bepaald door de verhouding tussen het uitgangsvermogen en het ingangsvermogen. De lagere energie-efficiëntie van een transformatorsnelheidsregelaar is te wijten aan:
- Hystereseverlies: Wanneer het magnetische veld in de kern van richting verandert (wat constant gebeurt in AC-transformatoren), ondergaat het materiaal een microscopische herschikking van zijn interne structuur. Dit heen-en-weerproces verbruikt een kleine hoeveelheid energie, die als warmteverlies verschijnt.
- Wervelstroomverlies: Het veranderende magnetische veld induceert ook kleine circulerende stromen binnen de ijzeren kern zelf. Deze wervelstromen verwarmen de kern, wat een andere vorm van verlies zonder belasting is.
- I²R-verliezen: Dit is het klassieke Joule-effect. De stroom (I) die door de weerstand (R) van de koperen draden in de primaire en secundaire spoelen vloeit, genereert warmte. Naarmate de belastingsstroom toeneemt, nemen de I²R-verliezen ook proportioneel toe.
Sentera past verschillende technieken toe om deze energieverliezen te minimaliseren:
- Hoogwaardige kernmaterialen: Het gebruik van korrelgeoriënteerd siliciumstaal met lage hystereseverliezen is cruciaal. Dit staal, ook wel elektrisch staal genoemd, is duurder dan andere staalsoorten, maar biedt een betere permeabiliteit voor magnetische velden, wat resulteert in minder verliezen.
- Laminering van de kern: De kern is gemaakt van extra dunne metalen platen (lamineringen) om wervelstromen te verminderen. Deze dunne metalen platen worden perfect uitgelijnd in de Senterafabriek, aan elkaar bevestigd en vervolgens voorzien van een speciale geïmpregneerde coating. Deze methode is tijdrovend, maar zorgt voor een significante toename van de energie-efficiëntie.
- Grote geleiderdikte: Het gebruik van dikkere draden in de wikkelingen vermindert hun weerstand en verlaagt de I²R-verliezen. Hoogwaardig koper met een grote diameter heeft een lagere weerstand, wat verliezen bij hogere stromen beperkt. Sentera-transformatoren hebben een constante draaddikte over de hele wikkeling, wat zorgt voor een betere kwaliteit van de transformator.
Waarom deze basistechnologie interessant blijft
Transformatorsnelheidsregelaars van Sentera worden nog steeds vaak gebruikt voor de regeling van ventilatorsnelheden. Hun gebruiksgemak, robuuste constructie en aantrekkelijke prijs zijn de belangrijkste voordelen. De ventilatorsnelheid kan in stappen worden aangepast, en zelfs bij lage snelheid blijft de motor uitzonderlijk stil. Nadelen van deze technologie zijn de lagere energie-efficiëntie en het geluid dat de snelheidsregelaar genereert. Sentera-transformatorregelaars zijn ontworpen om deze nadelen zoveel mogelijk te minimaliseren. Vooral voor ventilatietoepassingen die geen continue werking vereisen, is een transformatorsnelheidsregelaar de perfecte keuze. Typische toepassingen zijn afzuigkappen en -ventilatoren, enz.
Transformatorsnelheidsregelaars van Sentera worden nog steeds vaak gebruikt voor de regeling van ventilatorsnelheden. Hun gebruiksgemak, robuuste constructie en aantrekkelijke prijs zijn de belangrijkste voordelen. De ventilatorsnelheid kan in stappen worden aangepast, en zelfs bij lage snelheid blijft de motor uitzonderlijk stil. Nadelen van deze technologie zijn de lagere energie-efficiëntie en het geluid dat de snelheidsregelaar genereert. Sentera-transformatorregelaars zijn ontworpen om deze nadelen zoveel mogelijk te minimaliseren. Vooral voor ventilatietoepassingen die geen continue werking vereisen, is een transformatorsnelheidsregelaar de perfecte keuze. Typische toepassingen zijn afzuigkappen en -ventilatoren, enz.

Productassortiment van Sentera's transformatorsnelheidsregelaars
Sentera is een van de toonaangevende fabrikanten van ventilatorsnelheidsregelaars. Al twee decennia vormen onze transformatorsnelheidsregelaars de standaard in de HVAC-wereld. Kwaliteit en gebruiksvriendelijkheid zijn altijd onze topprioriteiten geweest. Door het grote succes zijn er veel varianten ontstaan. Het is daarom niet altijd eenvoudig om een overzicht te krijgen van dit productassortiment. De belangrijkste eigenschappen van de verschillende series worden hieronder kort samengevat.
Sentera transformatorsnelheidsregelaars voor enkelfasige motoren met een maximale belasting tot (en inclusief) 7,5 A hebben een hoogwaardige plastic behuizing met metalen koelribben. Deze behuizing wordt vervaardigd in de Sentera plastic fabriek van brandvertragend ABS-plastic. De koelribben garanderen voldoende warmteafvoer voor regelaars met deze capaciteit. Alle andere transformatorsnelheidsregelaars hebben een solide metalen behuizing met voldoende capaciteit voor warmteafvoer.
Transformatorsnelheidsregelaars met ingebouwde bediening
De eerste groep bevat transformatorsnelheidsregelaars met ingebouwde bedieningsschakelaar(s) op het frontpaneel. Deze snelheidsregelaars zijn eenvoudig te installeren en te bedienen.
De eerste groep bevat transformatorsnelheidsregelaars met ingebouwde bedieningsschakelaar(s) op het frontpaneel. Deze snelheidsregelaars zijn eenvoudig te installeren en te bedienen.
- Instapmodel: De eenvoudigste transformatorsnelheidsregelaars hebben een draaischakelaar op het frontpaneel waarmee de ventilatorsnelheid handmatig kan worden geselecteerd. Voor eenfasige 230V-motoren is er de STR-1-serie, voor driefasige 230V-motoren is er de STR-3-serie en voor driefasige 400V-motoren is er de STR-4-serie. Dit zijn de goedkoopste en eenvoudigste 5-traps snelheidsregelaars in het Sentera-assortiment.
- Detectie van motoroververhitting: Voor een- en driefasige 400V-motoren zijn de instapmodellen ook verkrijgbaar met een extra veiligheidsfunctie om oververhitting van de motor te detecteren. Dit zijn respectievelijk de STRS1- en STRS4-serie. Beide series zijn interessant als de motor is uitgerust met TK-temperatuursensoren (thermische contacten) in de motorwikkeling. Deze TK-temperatuursensoren kunnen worden aangesloten op de STRS1- en STRS4-serie. Als de motortemperatuur een kritische waarde overschrijdt, zal de 5-staps snelheidsregelaar de motor uitschakelen om permanente schade te voorkomen.
- Noodknop voor rookafvoer: Voor eenfasige motoren is het instapmodel ook beschikbaar met een extra noodknop voor rookafvoer. Wanneer de noodknop wordt ingedrukt, versnelt de ventilator onmiddellijk naar maximale snelheid. Na het resetten van de noodknop functioneert de snelheidsregelaar weer normaal. De SER-1-serie regelt eenfasige motoren.
- Twee afzonderlijke keuzeschakelaars voor vijf snelheden: De SC2-1-serie heeft niet één, maar twee keuzeschakelaars voor snelheid op het frontpaneel. Ze regelen eenfasige motoren. Eén van beide draaiknoppen wordt geactiveerd via een ingang voor droog contact (laag of hoog). In veel toepassingen wordt een externe tijdrelais, een temperatuurschakelaar of een verschildrukrelais op deze droog contactingang aangesloten. In het geval van de temperatuurschakelaar wordt de ventilator bijvoorbeeld door schakelaar 1 aangestuurd bij lage temperaturen en door schakelaar 2 bij hogere temperaturen. Dit maakt het mogelijk om automatisch te schakelen tussen twee verschillende ventilatieregimes, afhankelijk van de omstandigheden. Het is een vereenvoudigde versie van vraaggestuurde ventilatie.
- Ventilatorsnelheidsregelaars voor afzuigkappen in keukens: De SFPR1- en SFPR4-serie zijn transformator ventilatorsnelheidsregelaars met een uitgang voor het aansturen van een gasklep. Een optionele luchtstroomsensor of drukrelais is vereist om de luchtstroom te detecteren. De uitgang wordt gelijktijdig met de ventilator geactiveerd. Als de luchtstroom niet binnen 60 seconden na het starten van de motor wordt gedetecteerd, wordt de uitgang van de gasklep gedeactiveerd. De SFPR1- en SFPR4-serie regelen respectievelijk eenfasige of driefasige 400V-motoren. Ze herstarten automatisch na een stroomonderbreking en beschikken over motoroververhittingdetectie (TK-motorcontacten).
Vanop afstand regelbare transformator ventilatorsnelheidsregelaars
In sommige omstandigheden is het niet wenselijk dat de ventilator continu of niet continu met dezelfde snelheid opereert. Daarom bieden wij transformator ventilatorsnelheidsregelaars aan die op afstand kunnen worden bediend. Er zijn varianten waarbij alleen het startsignaal op afstand kan worden gegeven, evenals varianten waarbij de snelheid op afstand kan worden geselecteerd.
Transformator ventilatorsnelheidsregelaars met droog contactingangen
Ingangen voor droog contact kunnen worden geactiveerd door een digitaal signaal (hoog of laag). Gewoonlijk worden droog contactingengen handmatig geactiveerd met een schakelaar. Ze kunnen ook automatisch worden geactiveerd met behulp van een timer, drukrelais, temperatuurschakelaar, vochtigheidsschakelaar, enz.
De STRA1- en STRA4-serie beschikken over verschillende extra droog contactinvoeren om de motor op afstand te starten. Het feit dat verschillende voorwaarden kunnen worden gecombineerd, maakt deze regelaars universeel toepasbaar. De ventilatorsnelheid moet worden geselecteerd via de draaischakelaar op het frontpaneel. De STRA1- en STRA4-serie regelen respectievelijk eenfasige en driefasige 400V-motoren. Ze herstarten automatisch na een stroomonderbreking en beschikken over een alarmuitgang en motoroververhittingdetectie (TK-motorcontacten).
Ingangen voor droog contact kunnen worden geactiveerd door een digitaal signaal (hoog of laag). Gewoonlijk worden droog contactingengen handmatig geactiveerd met een schakelaar. Ze kunnen ook automatisch worden geactiveerd met behulp van een timer, drukrelais, temperatuurschakelaar, vochtigheidsschakelaar, enz.
De STRA1- en STRA4-serie beschikken over verschillende extra droog contactinvoeren om de motor op afstand te starten. Het feit dat verschillende voorwaarden kunnen worden gecombineerd, maakt deze regelaars universeel toepasbaar. De ventilatorsnelheid moet worden geselecteerd via de draaischakelaar op het frontpaneel. De STRA1- en STRA4-serie regelen respectievelijk eenfasige en driefasige 400V-motoren. Ze herstarten automatisch na een stroomonderbreking en beschikken over een alarmuitgang en motoroververhittingdetectie (TK-motorcontacten).
De SC2A1- en SC2A4-serie beschikken over twee keuzeschakelaars voor snelheid op het frontpaneel. Deze series bieden ook meerdere extra droog contactinvoeren om de motor op afstand te starten en om de keuzeschakelaars voor snelheid te activeren. De SC2A1- en SC2A4-serie regelen respectievelijk eenfasige en driefasige 400V-motoren. Ze herstarten automatisch na een stroomonderbreking en beschikken over een alarmuitgang en motoroververhittingdetectie (TK-motorcontacten).
De RTR-1-serie biedt vijf droog contactinvoeren voor het activeren van één van de vijf beschikbare snelheidsniveaus. Deze transformator ventilatorsnelheidsregelaar kan daarom volledig vanop afstand worden bediend. Niet alleen het startsignaal, maar ook de gewenste ventilatorsnelheid kan op afstand worden ingesteld. De RTR-1-serie regelt eenfasige motoren.

Transformator ventilatorsnelheidsregelaars met analoge 0-10V-ingang
Een stuursignaal van 0-10 V is aangesloten op de transformator snelheidsregelaar. Dit stuursignaal bepaalt welk snelheidsniveau wordt geactiveerd (met welke snelheid de motor draait). Een 0-10V stuursignaal kan handmatig worden gegenereerd via een potentiometer, of automatisch via een sensor. De sensor geeft bijvoorbeeld het gemeten CO2-niveau door als een 0-10V-signaal.
- De STVS1- en STVS4-serie zijn ventilatorsnelheidsregelaars met een analoge ingang. De vijf snelheidsniveaus worden geselecteerd via het analoge stuursignaal (0-10 V). Bijvoorbeeld: wanneer het analoge signaal een waarde van 3 V heeft, wordt snelheid 1 geactiveerd; wanneer het analoge signaal een waarde van 5 V heeft, wordt snelheid 2 geactiveerd, enz. Voor vraaggestuurde ventilatie kunnen deze snelheidsregelaars worden gecombineerd met een van de Sentera-sensoren met 0-10V-uitgangssignaal. De STVS1- en STVS4-serie regelen respectievelijk eenfasige en driefasige 400V-motoren. Ze herstarten automatisch na een stroomonderbreking en zijn voorzien van detectie van oververhitting van de motor (TK-motorcontacten).
Transformator ventilatorsnelheidsregelaars met Modbus RTU-communicatie
Modbus RTU (Remote Terminal Unit) is een van de meest gebruikte communicatieprotocollen in gebouw- en industriële automatisering. Het is een seriële communicatiemethode waarbij meerdere apparaten op een enkele communicatielijn kunnen worden aangesloten, wat een efficiënte gegevensuitwisseling tussen regelaars, sensoren, ventilatorsnelheidsregelaars, actuatoren en andere apparaten mogelijk maakt. Modbus RTU-communicatie is veel stabieler en betrouwbaarder dan klassieke 0-10V-signalen.
Modbus RTU (Remote Terminal Unit) is een van de meest gebruikte communicatieprotocollen in gebouw- en industriële automatisering. Het is een seriële communicatiemethode waarbij meerdere apparaten op een enkele communicatielijn kunnen worden aangesloten, wat een efficiënte gegevensuitwisseling tussen regelaars, sensoren, ventilatorsnelheidsregelaars, actuatoren en andere apparaten mogelijk maakt. Modbus RTU-communicatie is veel stabieler en betrouwbaarder dan klassieke 0-10V-signalen.
- De RTVS8- en RTVS1-serie van transformator ventilatorsnelheidsregelaars worden aangestuurd via Modbus RTU-communicatie. De Modbus-master van het netwerk stuurt het gevraagde snelheidsniveau (1 - 5) naar het overeenkomstige Modbus-holdingregister van het RTVS8- of RTVS1-slave-apparaat. Sentera-sensoren en -potentiometers met Modbus-communicatie kunnen met deze snelheidsregelaars worden gecombineerd. Ze zijn ook compatibel met SenteraWeb cloud. Dit biedt toegang op afstand, de mogelijkheid om meldingen te ontvangen, de mogelijkheid om de dag-weekplanner te gebruiken voor verschillende ventilatieregimes, enz. De RTVS1-serie vereist een voedingsspanning van 230 VAC, terwijl de RTVS8-serie kan werken met een voedingsspanning in het bereik van 115 – 230 VAC. Dit maakt ze universeler toepasbaar. Beide series regelen eenfasige motoren. Ze herstarten automatisch na een stroomonderbreking en beschikken over een alarmuitgang en motoroververhittingdetectie (TK-motorcontacten).
Transformator ventilatorsnelheidsregelaars met temperatuursensor
Het regelen van de ventilatorsnelheid op basis van de omgevingstemperatuur wordt veel gebruikt in de land- en tuinbouwsector. De onderstaande productreeksen worden in grote aantallen in deze sectoren verkocht. Ze hebben hun kwaliteit en betrouwbaarheid bewezen voor agrarische en tuinbouwtoepassingen.
Het regelen van de ventilatorsnelheid op basis van de omgevingstemperatuur wordt veel gebruikt in de land- en tuinbouwsector. De onderstaande productreeksen worden in grote aantallen in deze sectoren verkocht. Ze hebben hun kwaliteit en betrouwbaarheid bewezen voor agrarische en tuinbouwtoepassingen.
- De GTH-serie transformator ventilatorsnelheidsregelaars werkt afhankelijk van de omgevingstemperatuur. In verwarmingsmodus wordt de ventilator geactiveerd wanneer de gemeten temperatuur onder de ingestelde temperatuur daalt. Wanneer de gemeten temperatuur hoger is dan de geselecteerde temperatuur, wordt de ventilator gedeactiveerd. De ongeregelde uitgang kan een waterklep aansturen om de warmwatertoevoer te regelen of een relais om een elektrische verwarming te activeren. De ongeregelde uitgang wordt gelijktijdig geactiveerd met de ventilator. Wanneer de ventilator draait, wordt de verwarming geactiveerd. In koelmodus is de functionaliteit omgekeerd. Via een jumper kan verwarmingsmodus of koelmodus worden geselecteerd. Een optionele PT500-temperatuursonde is vereist om de omgevingstemperatuur te meten. De GTH-serie kan worden gebruikt om eenfasige motoren aan te sturen.
- De plug & play GTTE1-serie is volledig voorbedraad. Een toevoer- en afzuigventilator kan worden aangesloten via de Schuko-aansluitingen. Wanneer de omgevingstemperatuur hoger wordt dan de ingestelde temperatuur, zal de ventilatorsnelheid toenemen en wordt de verwarming gedeactiveerd. Wanneer de omgevingstemperatuur onder de ingestelde temperatuur daalt, stoppen de ventilatoren en wordt de verwarming geactiveerd. De GTTE1-serie stuurt eenfasige motoren aan.
Zowel AC- als EC-motoren zijn elektromotoren. Elektromotoren spelen een cruciale rol in het dagelijkse leven, omdat ze betrokken zijn bij het aandrijven van talloze apparaten en systemen waarop we vertrouwen. In huishoudelijke toepassingen zijn ze o.a. te vinden in koelkasten, wasmachines, airconditioners en stofzuigers. HVAC-systemen gebruiken elektromotoren om lucht te laten circuleren, de temperatuur te regelen en het comfort in huizen, kantoren en andere gebouwen te handhaven. Ook in transport, industrie en fabricage spelen elektromotoren een cruciale rol. In dit artikel leggen we de verschillen tussen AC- en EC-motoren op een begrijpelijke manier uit. De opties voor het aansturen van een AC-motor en de voor- en nadelen van de genoemde technologieën worden kort besproken.
Elektromotoren werken op basis van de wisselwerking tussen magnetisme en elektrische stromen
Een elektromotor is een machine die elektrische energie omzet in mechanische energie. Elektrische energie wordt door de motor voornamelijk omgezet in een roterende beweging. De elektrische energie of het vermogen wordt uitgedrukt in kW, terwijl de roterende beweging wordt uitgedrukt in rpm (toeren per minuut). Dus het elektrisch vermogen [kW] wordt door de motor omgezet in roterende beweging [rpm].
Maar dat is niet genoeg. Naast de elektrische energie is ook magnetisme nodig. Sommige motoren gebruiken permanente magneten, andere motortypes creëren hun eigen magnetische velden met behulp van spoelen en elektrische stromen.
Een elektromotor werkt op basis van een dynamisch samenspel van magnetische krachten. Wanneer een elektrische stroom wordt toegepast, genereert dit een magnetisch veld dat interageert met magneten die zich op een roterende component bevinden. Deze interactie induceert de roterende beweging, wat de omzetting van elektrische energie in mechanische beweging illustreert. De motor fungeert als een geavanceerd mechanisme waarin de georkestreerde synergie tussen elektriciteit en magnetisme een gecontroleerde en doelgerichte roterende beweging mogelijk maakt, die aan de basis ligt van een breed scala aan toepassingen in alle industrieën, waaronder de HVAC-industrie.
Een motor bestaat uit een stator en een rotor. De stator is het statische deel van de motor - het stationaire deel dat wordt gebruikt om de motor aan het luchtkanaal of de installatie te bevestigen. De rotor is het roterende deel waarop de motoras is gemonteerd. In een ventilator zijn de ventilatorbladen op deze motoras (op de rotor) gemonteerd. De rotor heeft meestal een cilindrische vorm. In de stator wordt een magnetisch veld opgewekt door elektromagnetisme. De elektrische stroom stroomt door de motorwikkeling in de stator en genereert een magnetisch veld. Omdat het om wisselspanning gaat en er meerdere wikkelingen worden gebruikt, draait dit magnetische veld rond de rotor. De rotor volgt dit roterende magnetische veld. Je kunt het vergelijken met magneten die elkaar aantrekken.
Tijdens het omzetten van elektrische energie in mechanische energie gaat een deel van de energie verloren. Deze energieverliezen worden veroorzaakt door warmteontwikkeling, mechanische wrijving en andere elektrische verliezen in de motor. Het rendement van een elektromotor vertelt je welk deel van de geabsorbeerde energie beschikbaar is op de motoras. Het rendement wordt op het typeplaatje meestal aangegeven met het symbool η, uitgedrukt in %. η = 85% betekent dat 25% van de geabsorbeerde elektrische energie verloren gaat. De kracht waarmee de draaibeweging wordt uitgevoerd, wordt het koppel genoemd en wordt uitgedrukt in Nm. Dus hoe hoger het rendement van de motor, hoe kleiner de verliezen en hoe meer energie wordt omgezet in koppel.
AC-motoren - Asynchrone vs synchrone motor
AC-motoren zijn de standaard voor industriële toepassingen. Dit type motor wordt ook regelmatig gebruikt in de HVAC-sector, vooral bij grotere vermogens. AC-motoren zijn zeer betrouwbaar, robuust en gemakkelijk te onderhouden. We maken een onderscheid tussen synchrone en asynchrone AC-motoren.
Asynchrone motor

De standaard asynchrone motor is de eenvoudigste en meest gebruikte elektromotor in HVAC en industriële automatisering. Het is een bewezen concept dat kosteneffectief, robuust en betrouwbaar is. Asynchrone motoren zijn relatief gemakkelijk te onderhouden en in veel gevallen kan hun snelheid gemakkelijk worden geregeld. Dankzij de technologische vooruitgang zijn er nu meer energie-efficiënte oplossingen beschikbaar, maar deze hebben ook een prijs.
Het werkingsprincipe van een asynchrone motor is iets moeilijker om eenvoudig uit te leggen. De asynchrone motor heeft geen rotor met permanente magneten, het magnetische veld wordt gecreëerd door inductie. Om dit mogelijk te maken, is de rotor samengesteld uit elektrische geleiders. Deze geleidende staven zijn meestal gemaakt van aluminium of koper. Ze zijn gemonteerd in de cilindrische rotor en aan beide uiteinden verbonden door kortsluitringen. Het geheel heeft een kooi-achtige vorm - vandaar de naam eekhoornkooirotor. Door het inductieprincipe (de wet van Faraday) vloeit er elektrische stroom door deze geleiders. Daarom wordt een asynchrone motor ook een inductiemotor genoemd. Deze rotorstroom creëert een magnetisch veld dat interageert met het statorveld, waardoor de motor draait.
In tegenstelling tot een synchrone motor zal een asynchrone motor altijd langzamer draaien dan het magnetische veld van de stator. Dit verschil wordt de slip genoemd. Door dit verschil wordt een tegenstroom geïnduceerd in de rotor van de asynchrone motor. Hoe groter de belasting, hoe groter het verschil (slip). De rotor versnelt totdat de grootte van de geïnduceerde rotorstroom en het motorkoppel de belasting op de motoras in evenwicht houdt. Aangezien er geen geïnduceerde rotorstroom (geen koppel) is bij synchrone snelheid, draait een inductiemotor altijd langzamer dan bij synchrone snelheid.
Synchrone motor
Synchrone AC-motoren zijn technologisch complexer dan asynchrone motoren. Ze gebruiken permanente magneten, waardoor ze duurder zijn. Het grote voordeel is hun lagere energieverbruik. Een synchrone motor is minder gemakkelijk te regelen dan een asynchrone motor. Meestal is er een specifiek type frequentieregelaar nodig om ze te regelen. Synchrone motoren kunnen niet worden geregeld met een snelheidsregelaar van een transformator of met een
elektronische snelheidsregelaar.
Zoals hierboven vermeld, wordt er een roterend magnetisch veld gecreëerd in de stator. Een synchrone motor heeft een rotor die bestaat uit permanente magneten. Magnetische tegenpolen trekken elkaar aan. De magneten van de rotor zullen daarom het roterende statorveld exact (synchroon) volgen, ongeacht de belasting.
Snelheidsregelaars voor AC-motoren
Synchrone motoren verbruiken over het algemeen minder energie dan asynchrone motoren, maar kunnen alleen worden gebruikt in combinatie met een frequentieregelaar. Asynchrone motoren bieden de keuze om al dan niet door een snelheidsregelaar aangestuurd te worden. Snelheidsregelaars helpen om mechanische schokken tijdens het opstarten te verminderen. Dankzij snelheidsregelaars kunnen veel toepassingen comfortabeler en nauwkeuriger worden geregeld. Denk maar aan vraaggestuurde ventilatie waarbij snelheidsregelaars de luchtstroom optimaliseren en een goede luchtkwaliteit binnenshuis combineren met energiebesparing.
In HVAC-toepassingen kunnen ventilatoren met asynchrone motoren worden geregeld met een frequentieomvormer of met een ventilatorsnelheidsregelaar. Beide hebben hun voor- en nadelen. Een frequentieregelaar biedt de meest nauwkeurige regeling en is energiezuinig. Een ventilatorsnelheidsregelaar is goedkoper en veel eenvoudiger te installeren en te gebruiken.
Een frequentieregelaar optimaliseert zowel de motorspanning als de frequentie van de motorstroom via pulsbreedtemodulatie. Hiervoor zijn IGBT's nodig. Insulated Gate Bipolar Transistors zijn hoogwaardige elektronische componenten die krachtige elektrische stromen kunnen schakelen bij zeer hoge frequenties. Deze technologie maakt een optimale motorregeling mogelijk, maar is niet goedkoop. Meestal wordt een V/f- of scalaire frequentieregelaar gekozen om ventilatoren te regelen. Een scalaire frequentieomvormer houdt de verhouding V/f constant (constant koppel) over het hele toerentalbereik. Dit zijn de eenvoudigste frequentieregelaars gezien de kleine hoeveelheid motorgegevens die de regelaar nodig heeft. Er is slechts een beperkte configuratie nodig om de motor te regelen. V/f is de enige regelmethode waarmee meerdere motoren door één frequentieregelaar kunnen worden geregeld. In dergelijke toepassingen starten en stoppen alle motoren op hetzelfde moment en volgen ze dezelfde snelheidsreferentie.
In tegenstelling tot een frequentieregelaar varieert een ventilatorsnelheidsregelaar alleen de motorspanning. Dit type snelheidsregelaar is alleen geschikt voor spanningsregelbare motoren en kan daarom worden gebruikt in toepassingen waarbij het koppel afneemt met de snelheid, bijvoorbeeld voor het regelen van ventilatoren. Het grote voordeel van dit type regelaar is de eenvoudige bediening en de kostprijs. Er is geen configuratie nodig, zodra alles is aangesloten, kan de ventilator onmiddellijk worden aangestuurd. De constructie van een ventilatorsnelheidsregelaar is veel eenvoudiger dan die van een frequentieregelaar. Dit vertaalt zich ook in de kosten. Er kunnen een aantal verschillende technologieën worden gebruikt voor ventilatorsnelheidsregelaars - elk met hun eigen specifieke voor- en nadelen. De meest gebruikte technologieën zijn: transformatorsnelheidsregelaars (5-stappenregelaar) of elektronische ventilatorsnelheidsregelaars (TRIAC-fasehoekregeling).
Hoe de gewenste snelheid van de AC-ventilator instellen?
Ongeacht het type frequentieregelaar of frequentieregelaar moet de gebruiker de gewenste snelheid kunnen opgeven. Dit kan op verschillende manieren. Aan de ene kant onderscheiden we snelheidsregelaars waarbij de bediening is ingebouwd in het apparaat zelf, aan de andere kant apparaten die een extern elektrisch signaal nodig hebben waarmee de gewenste snelheid kan worden ingesteld. Dit externe signaal kan analoog zijn (bv. 0-10 Volt) of digitaal (bv. Modbus RTU-communicatie). De mogelijkheden voor het instellen van de gewenste snelheid via een extern elektrisch signaal worden in detail besproken in het artikel over potentiometers.
EC-motoren - motoren met ingebouwde snelheidsregelaar
Borstelloze DC elektromotoren worden ook wel elektronisch gecommuteerde motoren (EC-motoren) genoemd. Het zijn synchrone motoren die worden aangedreven door gelijkstroom via een ingebouwde (snelheids)regelaar. EC-motoren worden echter aangesloten op wisselstroom (netspanning). Deze wisselstroom wordt intern omgezet in gelijkstroom waarmee de ingebouwde regelaar de motor aanstuurt.

EC-motoren hebben meestal een rotor van permanente magneten die rond een stator draaien. De ingebouwde regelaar bevat een gelijkrichter die de wisselspanning omzet in gelijkstroom (DC). De ingebouwde regelaar stuurt vervolgens de juiste hoeveelheid stroom, in de juiste richting, op het juiste moment door de wikkelingen in de stator. Dit creëert een roterend magnetisch veld in de stator, dat de rotor met permanente magneten aandrijft. De positie van elke rotormagneet wordt bepaald met Hall-sensoren. De juiste magneten worden achtereenvolgens aangetrokken door de magnetische polen in de stator. Tegelijkertijd wordt de rest van de statorwikkelingen geladen met de omgekeerde polariteit. Deze aantrekkende en afstotende krachten zorgen samen voor een soepele rotatie en een optimaal koppel. Omdat dit allemaal elektronisch gebeurt, is nauwkeurige motorbewaking en -regeling mogelijk. Een EC-motor kan daarom worden beschouwd als de combinatie van motor en snelheidsregelaar in één behuizing.
EC-motoren zijn meestal duurder dan AC-motoren, maar ze bieden een aantal voordelen. De belangrijkste zijn: een hoge koppel-gewichtsverhouding dankzij hun compactere constructie en een lager energieverbruik in vergelijking met AC-motoren. De permanente magneten en geïntegreerde elektronica maken dit type motor duurder. De motor en de ventilatorsnelheidsregelaar zijn gecombineerd in één behuizing. Als de EC-motor rechtstreeks kan worden bestuurd via Modbus-communicatie, kunnen alle motorparameters zoals temperatuur in de motorwikkelingen, stroomverbruik, toerental, urenteller enz. op afstand worden uitgelezen. De inbedrijfstelling kan ingewikkelder zijn, maar eenmaal geïnstalleerd biedt deze oplossing meer mogelijkheden - vooral op het gebied van integratie in BMS-systemen of slimme ventilatiesystemen.
Hoe stel je de snelheid van de EC-ventilator in?
Net als ventilatorsnelheidsregelaars voor AC-motoren kunnen ook EC-motoren worden geregeld via een extern elektrisch signaal (ook wel analoog signaal genoemd) of via Modbus RTU-communicatie. Een analoog signaal kan handmatig worden gegenereerd via een potentiometer of automatisch via een HVAC-sensor. Op deze manier kunnen ventilatoren met EC-motor worden aangestuurd via een potentiometer of via een HVAC-sensor.
De volgende afbeeldingen geven een overzicht van de mogelijkheden om een AC motor of een EC motor aan te sturen:

Meer details vindt u op onze website - solutions - Hoe de snelheid van een ventilator regelen?
Wat is een potentiometer?
Het woord potentiometer is enerzijds de naam van een elektronische component. Anderzijds is het ook de naam voor een snelheidsregelaar voor EC-motoren. In zo'n snelheidsregelaar wordt meestal de elektronische component gebruikt. In beide gevallen geeft het woord 'potentiometer' aan dat iets oneindig variabel kan worden ingesteld.
Snelheidsregelaar voor EC-motoren

Een EC-motor kan worden gezien als de combinatie van een AC-motor met een ingebouwde snelheidsregelaar (zie ook het artikel AC versus EC-motoren). Deze ingebouwde snelheidsregelaar heeft informatie nodig over het gewenste motortoerental. Een potentiometer is een van de mogelijkheden om de gewenste motorsnelheid aan de EC-motor door te geven. Daarom wordt een potentiometer soms ook beschreven als een snelheidsregelaar voor EC-motoren. De werkelijke snelheidsregelaar is in feite geïntegreerd in de EC-motor, terwijl de potentiometer het apparaat is waarmee de gewenste snelheid handmatig kan worden ingesteld. Met behulp van een potentiometer kan de snelheid van een EC-motor oneindig variabel worden aangepast.
Maar hoe werkt dat precies? Hoe kan de potentiometer de EC-motor vertellen hoe snel hij moet draaien? Simpel: via een elektrisch signaal. In technische termen wordt dit een analoog signaal genoemd. Dit betekent dat het elektrische signaal continu variabel kan worden ingesteld tussen de minimum- en maximumwaarde. Het meest gebruikte analoge signaal is 0 tot 10 Volt. Het kan variëren tussen 0 Volt en 10 Volt.
In andere woorden, de potentiometer is een apparaat dat de positie van de draaiknop vertaalt naar een analoog signaal (bijv. 0-10 V). Dit analoge signaal kan worden gebruikt om een ander apparaat te bedienen. Het aantal voorbeelden is eindeloos, maar in de HVAC-wereld worden analoge signalen veel gebruikt om EC-motoren, variabele snelheidsregelaars, de positie van klepbladen, de gewenste temperatuur, enz. te regelen. We zullen in dit artikel het voorbeeld van het regelen van de EC-motor blijven gebruiken. In dit voorbeeld zou de ventilator stil staan als het regelsignaal 0 V is. Wanneer het regelsignaal (oneindig variabel) toeneemt tot 10 V, zal de ventilator versnellen (oneindig variabel) tot de maximale snelheid, die wordt bereikt bij 10 V.
Verschillende types analoge signalen
In de praktijk zijn er veel verschillende soorten analoge signalen, elk met hun eigen voor- en nadelen. Het apparaat dat door het analoge signaal moet worden gecontroleerd, bepaalt welk type signaal vereist is. In sommige gevallen zijn er meerdere opties.
Hieronder staan de meest gebruikte analoge signalen:
- Spanningssignalen (bijv. 0-10 V): Deze analoge signalen maken gebruik van een andere spanning of potentiaal om de informatie over te brengen. De EC-motor detecteert het spanningsniveau van het analoge signaal en bepaalt de gewenste motorsnelheid op basis daarvan. Deze vorm van analoog signaal is erg populair omdat de waarde van het signaal gemakkelijk kan worden gemeten met een voltmeter. Dit maakt het oplossen van problemen veel eenvoudiger. Het nadeel is dat de kabellengte beperkt moet blijven. Door de elektrische weerstand van kabels zal er een spanningsval optreden bij langere kabellengtes (10 V aan het begin van de kabel is niet meer 10 V aan het einde van de kabel). Dit resulteert in een lagere nauwkeurigheid. In het voorbeeld van de EC-motor zou het onmogelijk zijn om de maximale ventilatorsnelheid te bereiken als de analoge signaalkabel tussen de potentiometer en de EC-motor te lang is. De reden is dat het analoge regelsignaal zijn maximale waarde van 10 V niet kan bereiken door de spanningsval in de lange kabel.
- Elektrische weerstand (bijv. 0-10 kΩ): Dit is de meest bekende manier om een waarde over te brengen in de wereld van elektronica. Trouwens, een potentiometer is ook een elektronische component met een variabele weerstand - meer hierover later in dit artikel. Terug naar ons voorbeeld met de EC-motor. De EC-motor bepaalt de gewenste motorsnelheid op basis van de weerstand van het analoge signaal. Ook hier zal een langere kabellengte tussen de potentiometer en de EC-motor resulteren in verminderde nauwkeurigheid door de toenemende elektrische weerstand van de kabel. Als de kabellengte tussen beide apparaten kort gehouden kan worden, is dit een eenvoudige en kosteneffectieve oplossing.
- Stroomsignalen (bijv. 4-20 mA): Analoge signalen die de elektrische stroom variëren om een waarde over te brengen. De EC-motor bepaalt de motorsnelheid op basis van de stroom van het analoge signaal. Hoe meer mA gedetecteerd wordt, hoe hoger de motorsnelheid. In dit voorbeeld komt 20 mA overeen met de maximale motorsnelheid. Het grote voordeel hierbij is dat er geen nauwkeurigheid verloren gaat bij een toenemende kabellengte. De verhoogde elektrische weerstand van de kabel wordt gecompenseerd door het analoge signaal en de gewenste stroom zal worden bereikt. Een kabelbreuk kan ook worden gedetecteerd (0 mA kan alleen optreden in geval van een kabelbreuk, aangezien de minimale waarde van het analoge signaal 4 mA is). Het detecteren van mogelijke fouten is complexer omdat stroom moeilijker te meten is dan spanning.
- Frequentiesignalen (bijv. Pulse-Width Modulation of PWM): Dit type analoog signaal wordt ook wel een pulse train genoemd. Het is een constante reeks pulsen met een identieke amplitude (spanning). Het verschil zit in de frequentie en de breedte van de pulsen. De EC-motor ontvangt een constante reeks elektrische pulsen. De motorsnelheid wordt bepaald op basis van de frequentie en duur van de pulsen. Deze vorm van analoog signaal is niet gevoelig voor toenemende elektrische weerstand of spanningsvallen door langere kabellengtes. Er is wel meer geavanceerde elektronica nodig om de pulse train correct te interpreteren en het detecteren van mogelijke fouten is ook minder eenvoudig.
Uiteindelijk doen al deze analoge signalen hetzelfde: ze verzenden of communiceren een bepaalde waarde tussen verschillende apparaten. Het verschil tussen deze analoge signaaltypes kan worden gezien als het communiceren van dezelfde boodschap in een andere taal.
Samenvattend: spanningssignalen en elektrische weerstand zijn eenvoudig en geschikt voor kortere afstanden, terwijl stroom- en frequentiesignalen complexer zijn en beter geschikt voor langere afstanden.

De elektronische component 'Potentiometer'
Een potentiometer is een elektronische component met drie aansluitingen die fungeert als een variabele weerstand of spanningsdeler. Het bestaat uit een weerstandselement, een schuivend of roterend contact (de zogenaamde 'wiper'), en drie aansluitingen: twee vaste aansluitingen zijn verbonden met de uiteinden van het weerstandselement, terwijl de variabele aansluiting (de wiper) langs het weerstandselement schuift of roteert om de weerstand en, als gevolg daarvan, de uitgangsspanning te variëren.
Wanneer een spanning wordt aangelegd over de twee vaste aansluitingen, verdeelt de wiper de spanning op basis van zijn positie langs het weerstandselement. Het verplaatsen van de wiper verandert de weerstand in één segment van het circuit, terwijl tegelijkertijd de weerstand in het andere segment wordt aangepast. Dit zorgt voor een wijziging in de spanning tussen de wiper en een van de vaste aansluitingen.
Een potentiometer wordt vaak gebruikt in een elektronisch circuit om de gebruiker de mogelijkheid te geven een bepaalde waarde eenvoudig in te stellen. Een veelvoorkomend voorbeeld hiervan is het instellen van het volume van een radio.
Het Sentera productassortiment van potentiometers en schakelaars
EC-ventilatorregelaars voor continu variabele ventilatorsnelheidsregeling
Een potentiometer wordt typisch gebruikt om de snelheid van EC-motoren in de HVAC-sector te regelen. Daarom wordt het ook wel een EC-ventilatorsnelheidsregelaar of EC-ventilatorcontroller genoemd. De potentiometer genereert een regelsignaal (typisch 0-10 V). Dit regelsignaal biedt informatie aan een ander apparaat (bijv. ventilatorsnelheidsregelaar). In dit voorbeeld ‘informeert’ de potentiometer de ventilatorsnelheidsregelaar over de gevraagde ventilatorsnelheid via het regelsignaal. Een analoog signaal kan een bepaalde waarde representeren (bijv. 8 V = 80 %). Deze waarde ligt binnen een bereik (0-10 V of 0-100 %). Potentiometers of EC-ventilatorsnelheidsregelaars genereren een continu variabel regelsignaal dat kan worden gebruikt om de gevraagde ventilatorsnelheid te definiëren.
Het Sentera-productassortiment omvat drie groepen EC-ventilatorsnelheidsregelaars. Deze groepen zijn verdeeld op basis van de voedingsspanning die de potentiometer nodig heeft om te functioneren:
- Lage voedingsspanning
Deze potentiometers zijn uiterst geschikt voor combinatie met EC-motoren die een voedingsspanning van 10 VDC (of vergelijkbaar) leveren. Ze bieden de mogelijkheid om zowel de voedingsspanning als het analoge regelsignaal via één kabel aan te sluiten.
De SDP-E0US-reeks vereist een voedingsspanning in het bereik van 5 tot 24 VDC. Het uitgangstype kan worden aangepast door de positie van een jumper te veranderen. De minimale en maximale waarde van het analoge uitgangssignaal kan worden aangepast via twee trimmers. De jumper en beide trimmers zijn te vinden achter het frontpaneel van de potentiometer, waar de draden worden aangesloten.
De SDP-M010-reeks vereist een voedingsspanning van 24 VDC. Via de knop op het frontpaneel kan het analoge uitgangssignaal worden ingesteld. Indien nodig kan deze knop worden overschreven door de Modbus RTU-communicatie. Als de overschrijving via Modbus RTU-communicatie actief is, volgt het analoge uitgangssignaal de informatie in het overeenkomstige Modbus-holdingregister. De knop op het frontpaneel wordt gedeactiveerd tijdens de overschrijving. Naast het aanpassen van het analoge uitgangssignaal, kunnen alle potentiometerinstellingen via Modbus RTU-communicatie worden aangepast. Een typische toepassing is het overrulen van de knop op het frontpaneel tijdens bepaalde momenten van de dag, bijv. in een schoolgebouw. De EC-ventilatorsnelheid kan dan op afstand worden ingesteld (via het BMS-systeem of een centrale computer), terwijl de knop op het frontpaneel is uitgeschakeld.
De MTP-D010-reeks vereist een voedingsspanning in het bereik van 3 tot 15 VDC. Deze potentiometers komen nog steeds in het klassieke behuizingstype. Het analoge uitgangssignaal kan worden ingesteld tussen 10 % en 100 % van de geleverde spanning. Bijv. als deze potentiometer wordt aangesloten op een voedingsspanning van 10 VDC, kan het analoge uitgangssignaal worden ingesteld in het bereik van 1 tot 10 VDC. Als de ventilatorsnelheid te hoog is bij de maximale waarde, kan deze bijvoorbeeld worden verlaagd naar 1 tot 8 V. - Voedingsspanning van 230 VAC
Deze potentiometers vereisen een voedingsspanning van 230 VAC. Het analoge signaal kan via een aparte kabel worden aangesloten. Voedingskabels (230 VAC) en regelsignaalkabels moeten altijd gescheiden zijn om interferentie te voorkomen. Deze potentiometers zijn ontwikkeld om een analoog signaal te genereren voor apparaten die geen 10 VDC (of vergelijkbare) voedingsspanning voor de potentiometer leveren. - Ongevoede potentiometers 10 kΩ
Deze potentiometers hebben geen voedingsspanning nodig. Ze bieden een variabele weerstand in het bereik van 0 tot 10 kΩ (0 tot 10.000 Ohm). Dit maakt het mogelijk om deze potentiometers met een drieaderige kabel aan te sluiten. Het enige verschil tussen de producten in deze groep is de behuizing.
Schakelaars voor EC-motoren of klepactuatoren
Deze apparaten regelen de EC-ventilatorsnelheid in stappen. De eerder genoemde potentiometers genereren een continu variabel signaal. Er zijn echter bepaalde toepassingen waarbij de gebruiker de ventilatorsnelheid in enkele stappen van minimum naar maximum wil regelen, in plaats van continu variabel. Voor deze toepassingen kunnen de schakelaars van Sentera worden gebruikt. Schakelaars genereren een regelsignaal in drie stappen. Ze verdelen het analoge 0-10V-signaal in drie (instelbare) stappen. Hierdoor is het mogelijk om de ventilatorsnelheid in drie stappen in te stellen.
Schakelaars voor AC-motoren met meerdere wikkelingen
Een zeer specifieke groep AC-motoren werkt op een vergelijkbare manier. Dit zijn 3-snelheidsmotoren die bijv. in plafondventilatoren worden gebruikt. Deze groep schakelaars is ontworpen om AC-motoren met 3 aparte motorwikkelingen te regelen. Elke wikkeling geeft de motor een andere snelheid. Wanneer de eerste wikkeling wordt geactiveerd, begint de motor langzaam te draaien. Wanneer de tweede wikkeling wordt geactiveerd, draait de motor iets sneller. Wanneer de derde wikkeling wordt geactiveerd, draait de motor op volle snelheid. Om deze typen AC-motoren te regelen, is een mechanische schakelaar nodig die de voedingsspanning van 230 VAC verbindt met een van de drie motorwikkelingen. Ter verduidelijking: deze groep schakelaars heeft niets te maken met analoge signalen.
Wat is een cleanroom?
Cleanrooms zijn gespecialiseerde omgevingen die zijn ontworpen om extreem lage niveaus van deeltjes- en microbiële verontreiniging te handhaven. Ze worden veel toegepast in industrieën zoals de farmaceutische sector, biotechnologie, elektronica en lucht- en ruimtevaart, waar zelfs de kleinste verontreinigingen een aanzienlijke impact kunnen hebben op de productkwaliteit, veiligheid en prestaties.
Het primaire doel van een cleanroom is het beheersen van de concentratie van deeltjes in de lucht, meestal gemeten in deeltjes per kubieke meter. De International Organization for Standardization (ISO) heeft normen zoals ISO 14644-1 vastgesteld om cleanrooms te classificeren op basis van de maximaal toegestane deeltjesconcentratie.
Cleanrooms bereiken hun hoge niveaus van netheid door een combinatie van technische beheersmaatregelen, strikte protocollen en gespecialiseerde apparatuur.
De volgende belangrijke componenten komen typisch voor in een cleanroom:
- Luchtfiltratiesystemen: Cleanrooms zijn uitgerust met geavanceerde HVAC-systemen die een combinatie van filters gebruiken om deeltjes uit de lucht te verwijderen. Hoog-efficiënte deeltjesluchtfilters (HEPA-filters) worden vaak gebruikt om deeltjes zo klein als 0,3 micrometer te vangen.
- Positieve druk: Cleanrooms worden op een hogere druk gehouden in vergelijking met de omliggende gebieden, wat voorkomt dat verontreinigde lucht de cleanroom binnendringt. Dit wordt bereikt door ervoor te zorgen dat de aanvoer van lucht via het HVAC-systeem groter is dan de uitlaatlucht.
- Gecentraliseerde luchtstroom: Cleanrooms zijn ontworpen met een gecontroleerd luchtstroompatroon, meestal unidirectionele of laminaire stroom. Bij een unidirectionele luchtstroom beweegt de lucht in één richting, terwijl bij een laminaire luchtstroom de lucht parallel beweegt, wat de kans verkleint dat deeltjes zich op oppervlakken afzetten.
- Cleanroom kledij: Personeel dat in cleanrooms werkt, moet gespecialiseerde kledij dragen, waaronder pakken, handschoenen, maskers en schoenhoezen. Deze kleding voorkomt het afscheiden van deeltjes en microben van hun lichaam in de cleanroomomgeving.
- Schoonmaak en desinfectie: Regelmatige schoonmaak- en desinfectieprotocollen worden gevolgd om de netheid van oppervlakken, apparatuur en gereedschappen in de cleanroom te handhaven. Specifieke schoonmaakmiddelen en procedures worden gebruikt om de introductie van verontreinigingen te minimaliseren.
Cleanrooms worden geclassificeerd in verschillende ISO-klassen, variërend van ISO Klasse 1 (de schoonste) tot ISO Klasse 9 (relatief minder schoon). De classificatie is afhankelijk van de maximaal toegestane deeltjesconcentratie per kubieke meter lucht.
Naast de controle van deeltjes richten cleanrooms zich ook op andere factoren zoals temperatuur, luchtvochtigheid, elektrostatische ontlading en geluidsniveaus, die de kwaliteit en integriteit van de producten die in de cleanroom worden vervaardigd of onderzocht, kunnen beïnvloeden.
Cleanrooms zijn essentieel in industrieën die een strikt gecontroleerde omgeving vereisen om de productkwaliteit, veiligheid en naleving van regelgeving te waarborgen. Hun ontwerp, werking en onderhoud worden zorgvuldig uitgevoerd om een gecontroleerde omgeving te bieden die de aanwezigheid van verontreinigingen minimaliseert, waardoor ze onmisbaar zijn in verschillende geavanceerde wetenschappelijke en technologische gebieden.
Hoe kan Sentera helpen om deze ruimtes schoon te houden?
- Onze nieuwste ontwikkeling is een luchtfiltermonitorapparaat. Met onze FIM kunt u één of twee filters monitoren en een waarschuwing via e-mail of sms ontvangen om u te informeren dat de filters gereinigd en/of vervangen moeten worden. Via het lokale Wi-Fi-netwerk of een LAN-kabel – afhankelijk van welke versie u verkiest – kunt u het apparaat verbinden met SenteraWeb. Via SenteraWeb kunt u de waarden monitoren, parameters wijzigen, gegevens loggen en het onderhoud of de vervanging van de luchtfilter(s) vooruit plannen.
- Om de luchtstroom en de positieve druk in de cleanroom te beheersen, kunt u vertrouwen op onze verschildruksensoren en verschildrukregelaars. De sensoren zenden de gemeten waarde (druk of luchtstroom) proportioneel uit via de analoge uitgang. De regelaars kunnen worden gebruikt om een constante luchtstroom te waarborgen onder veranderende omstandigheden. Het uitgangssignaal kan worden gebruikt om een EC-ventilator of gemotoriseerde klep direct te regelen, of om een AC-ventilator te regelen via een snelheidsregelaar of frequentieomvormer. De uitgang is opnieuw gebaseerd op het gemeten drukverschil, luchtstroom of luchtsnelheid. Alle instellingen kunnen worden aangepast via Modbus-RTU. De sensoren en regelaars zijn beschikbaar met of zonder klein display.
Voor verdere informatie, aarzel niet om contact met ons op te nemen.
Auto's met verbrandingsmotoren stoten voornamelijk kooldioxide (CO2) en koolmonoxide (CO) uit als uitlaatgassen. De relatieve hoeveelheden van elk gas kunnen echter variëren afhankelijk van verschillende factoren, zoals het type brandstof, de efficiëntie van de motor en de rijomstandigheden. Door hun meestal lage plafonds vormen ondergrondse en afgesloten parkeergarages een bijzondere uitdaging voor ventilatiesystemen. Zo'n slim ventilatiesysteem moet de ophoping van giftige gassen uit motoruitlaten in een garage voorkomen. Deze gasdetectoren zijn geoptimaliseerd om giftige gassen in parkeergarages te detecteren en te meten.
Bij verbrandingsmotoren wordt er doorgaans meer kooldioxide (CO2) uitgestoten dan koolmonoxide (CO). Dit komt omdat CO2 een bijproduct is van de volledige verbranding van koolstofhoudende brandstoffen zoals benzine of diesel. CO daarentegen wordt geproduceerd wanneer de verbranding van de brandstof onvolledig is, door een gebrek aan zuurstof, inefficiënte verbranding of motorstoringen.
Verbrandingsmotoren stoten dus veel meer CO2 dan CO uit, maar het is belangrijk op te merken dat CO veel gevaarlijker is voor de gezondheid op korte termijn, aangezien het de opname van zuurstof in het lichaam kan verstoren. Hoewel de CO2-uitstoot hoger is en gemakkelijker te detecteren, zijn de CO-uitstoot en de onmiddellijke gezondheidsrisico’s zorgwekkender. Om deze reden worden CO-sensoren soms voorgeschreven in lokale regelgeving voor het monitoren van de luchtkwaliteit in parkeergarages.
Het aansturen van een ventilatiesysteem in parkeergarages kan echter veel efficiënter gebeuren op basis van CO2-metingen. Wanneer voertuigen met verbrandingsmotoren actief zijn, zullen CO2-sensoren als eerste de slechte luchtkwaliteit detecteren, lang voor de CO-sensoren verhoogde waarden opmerken. Op basis van de CO2-metingen kunnen de ventilatoren worden aangestuurd om tijdig frisse lucht aan te voeren en giftige gassen te verwijderen.
Het risico van koolmonoxide (CO), de stille moordenaar
Giftige of schadelijke gassen zijn gassen die schadelijk zijn voor levende wezens. Koolmonoxide (CO) is een kleurloos, geurloos en zeer giftig gas, daarom wordt het ook de 'stille moordenaar' genoemd. Het wordt samen met CO2 uitgestoten door voertuigen. Wanneer CO-moleculen in open lucht vrijkomen verdwijnen ze relatief snel wanneer ze in contact komen met frisse lucht. In de aanwezigheid van zuurstof (O2) zal koolmonoxide (CO) een oxidatiereactie ondergaan om kooldioxide (CO2) te vormen.
Deze reactie wordt als volgt weergegeven: 2 CO + O2 → 2 CO2
Wanneer CO zich mengt met de lucht in een ondergrondse parkeergarage, zal dit aanvankelijk de CO2-concentraties verder verhogen. Wanneer het in open ruimtes of buitenshuis wordt vrijgegeven, zal CO zich meestal verspreiden en mengen met de omgevingslucht, waardoor de concentratie wordt verlaagd tot veiligere niveaus.
In afgesloten of slecht geventileerde ruimtes, zoals parkeergarages, kan CO zich echter ophopen als er voortdurende uitstoot is van voertuiguitlaten of andere bronnen zonder voldoende ventilatie. Zonder voldoende luchtstroom kan het gas blijven hangen en zich ophopen tot gevaarlijke concentraties, wat aanzienlijke gezondheidsrisico’s met zich meebrengt voor de mensen in die ruimtes. Dit kan leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en in ernstige gevallen kan het levensbedreigend zijn. Wanneer CO wordt ingeademd, komt het in de bloedbaan en hecht het zich aan rode bloedcellen, waardoor deze niet langer zuurstof kunnen vervoeren. Mensen hebben zuurstof nodig om voedsel af te breken, zodat we de energie krijgen die we nodig hebben om te overleven, onze spieren te bewegen of zelfs om gewoon te denken. Symptomen van CO-vergiftiging zijn hoofdpijn, slaperigheid, visuele problemen, kortademigheid, misselijkheid en zelfs maagpijn en een druk op de borst. Om hoge concentraties CO in een afgesloten ruimte, zoals een ondergrondse parkeergarage, te voorkomen of te verminderen, moet frisse lucht worden aangevoerd om CO weg te spoelen.
Regelmatige monitoring van CO-niveaus in parkeergarages is cruciaal voor het handhaven van veiligheidsnormen en het beschermen van de gezondheid van de bewoners. Het helpt bij het tijdig detecteren van mogelijke lekken of onvoldoende ventilatie, zodat er ingegrepen kan worden om de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met CO-blootstelling te verminderen. Afhankelijk van lokale regelgeving en normen kunnen er specifieke vereisten zijn voor het monitoren van CO-niveaus in afgesloten ruimtes zoals parkeergarages. Regelmatige monitoring helpt te zorgen voor naleving van deze regelgeving.
Waar worden CO-sensoren geïnstalleerd?
Wanneer CO-sensoren in binnenruimtes zoals ondergrondse parkeergarages worden geplaatst, wordt over het algemeen aangeraden ze op een hoogte te installeren waar ze effectief CO-concentraties kunnen detecteren die een risico voor de bewoners vormen. In tegenstelling tot LPG, dat zwaarder is dan lucht en de neiging heeft zich dicht bij de grond op te hopen, heeft CO ongeveer dezelfde dichtheid als lucht en verspreidt het zich gelijkmatig door de ruimte. Daarom worden CO-sensoren meestal op ademhoogte geïnstalleerd, tussen 1,2 en 1,8 meter boven de grond, aangezien dit de hoogte is waar de meeste mensen ademhalen.
Voor een efficiënte plaatsing van de sensoren is het cruciaal om de luchtstroompatronen binnen de parkeergarage te begrijpen. Als er specifieke plaatsen zijn waar CO zich kan ophopen door slechte ventilatie of stilstaande lucht, moeten sensoren strategisch geplaatst worden om deze gebieden te monitoren. Sensoren moeten worden geplaatst op locaties die vrij zijn van obstakels die de luchtstroom naar de sensor kunnen belemmeren. Vermijd het plaatsen van sensoren dicht bij muren, hoeken of achter objecten die de luchtstroom kunnen blokkeren en onjuiste metingen kunnen veroorzaken. Lokale bouwvoorschriften of regels kunnen vereisten specificeren voor de plaatsing van CO-sensoren in parkeergarages of andere binnenruimtes. Het naleven van deze voorschriften is essentieel om de veiligheid van de bewoners te waarborgen en mogelijke boetes te vermijden.
Het belang van CO2-monitoring
Kooldioxide of CO2 is een natuurlijk broeikasgas dat in kleine hoeveelheden onschadelijk en zelfs noodzakelijk is voor het leven op aarde. CO2 is niet alleen het resultaat van de verbranding van fossiele brandstoffen. De CO2-concentraties binnenshuis zijn het resultaat van een combinatie van CO2-concentraties buitenshuis, ademhaling binnenshuis en het ventilatieniveau van het gebouw. CO2 wordt afgevoerd door het aanvoeren van frisse lucht. Hoewel kooldioxide (CO2) niet zo direct schadelijk is als CO, speelt het een belangrijke rol bij het beoordelen van de algehele luchtkwaliteit en de effectiviteit van het ventilatiesysteem.

Wanneer een motor brandstof verbrandt, zijn de primaire verbrandingsproducten kooldioxide (CO2) en waterdamp (H2O) in de aanwezigheid van voldoende zuurstof. De hoeveelheid CO2 die wordt uitgestoten bij de verbranding is over het algemeen hoger dan de hoeveelheid CO. Moderne motoren zijn zo ontworpen om het verbrandingsproces te optimaliseren zodat er zoveel mogelijk CO2 wordt geproduceerd, terwijl de productie van CO en andere schadelijke stoffen wordt geminimaliseerd. In situaties waar de verbranding niet efficiënt is of er geen goede verhouding is tussen brandstof en lucht, kan er meer CO worden gegenereerd, samen met andere vervuilende stoffen.
Verhoogde CO2-concentraties kunnen ongemak veroorzaken, zoals hoofdpijn en een benauwd gevoel. Het monitoren van de CO2-niveaus zorgt voor voldoende ventilatie en helpt de binnenluchtkwaliteit acceptabel te houden voor het comfort en welzijn van de mensen die de parkeergarage gebruiken of erin werken. Om hoge CO2-concentraties in een afgesloten omgeving zoals een ondergrondse parkeergarage te voorkomen of te verminderen, moet frisse lucht worden aangevoerd om het CO2 weg te spoelen. Binnenshuis zijn CO2-niveaus tussen 400-1.000 ppm acceptabel. Wanneer de waarden deze range overschrijden, is meer ventilatie vereist.
LPG-metingen om gevaarlijke situaties te detecteren
Liquefied Petroleum Gas (LPG) of vloeibaar petroleumgas is zeer brandbaar. In de beperkte afgesloten ruimte van een ondergrondse parkeergarage kan elke lekkage een aanzienlijk brandgevaar opleveren. LPG wordt vaak gebruikt als brandstof voor voertuigen en als warmtebron. In ondergrondse parkeergarages bestaat het risico van lekkages uit voertuigen of uit de opslagsystemen zelf. Voertuigen met een LPG-tank zijn daarom niet toegestaan in alle parkeergarages. Het meten van LPG-gehaltes helpt om lekkages snel op te sporen en gevaarlijke concentraties te monitoren.
Ondergrondse parkeergarages worden vaak gebruikt door een groot aantal mensen, waaronder bestuurders, voetgangers en onderhoudspersoneel. Het monitoren van LPG-niveaus zorgt voor de veiligheid van de bewoners door hen te waarschuwen voor gevaarlijke situaties en tijdige evacuatie mogelijk te maken indien nodig. Veel rechtsgebieden hebben regelgeving die het gebruik en de opslag van LPG in openbare ruimtes zoals parkeergarages regelt. Regelmatige monitoring en meting van LPG-niveaus is nodig om deze regelgeving na te leven, waardoor het risico op branden en explosies wordt verminderd, inclusief het risico op boetes en aansprakelijkheid in geval van ongevallen.
Waar worden LPG-sensoren geïnstalleerd?
Voor het meten van LPG-niveaus in een ondergrondse parkeergarage, is het essentieel om de sensoren op een hoogte te plaatsen waar de gasconcentratie het meest representatief is voor de algehele omgeving en waar het risico voor de mensen het grootst is. Dit betekent dat de sensoren ongeveer 30 cm boven het vloerniveau moeten worden geplaatst. LPG is namelijk zwaarder dan lucht, waardoor het de neiging heeft zich dicht bij de grond op te hopen in plaats van zich omhoog te verspreiden. Het plaatsen van sensoren dichter bij de grond maakt een nauwkeurigere detectie van lekkages mogelijk, aangezien de concentratie het hoogste zal zijn dicht bij de vloer waar het gas zich ophoopt. Het is echter belangrijk om de specifieke indeling en ventilatiekenmerken van de parkeergarage in overweging te nemen bij het bepalen van de plaatsing van sensoren. Als er bijvoorbeeld ventilatiekanalen of ventilatoren zijn die de verspreidingspatronen van het gas kunnen beïnvloeden, dient de plaatsing van de sensoren hiermee rekening te houden. Het raadplegen van veiligheidsexperts of ingenieurs die vertrouwd zijn met gasdetectiesystemen kan helpen bij de meest effectieve plaatsing van LPG-sensoren in een ondergrondse parkeergarage.
Regeling van de ventilatie in parkeergarages op basis van CO2
Gezien de onmiddellijke gezondheidsrisico's die gepaard gaan met hoge CO-concentraties, wordt het vaak aanbevolen om CO-metingen prioriteit te geven in afgesloten parkeergarages. CO kan snel gevaarlijke niveaus bereiken in besloten ruimtes, waardoor zorgvuldige monitoring noodzakelijk is om mogelijke gezondheidsrisico's te voorkomen. CO2-metingen blijven echter waardevol voor het beoordelen van de algehele luchtkwaliteit en de effectiviteit van het ventilatiesysteem. Aangezien er meer CO2 wordt uitgestoten tijdens verbrandingsprocessen, zal CO2 vaak sneller worden gedetecteerd dan CO in de lucht. Zowel CO- als CO2-metingen werken synergetisch om inzicht te geven in de gezondheids- en veiligheidsaspecten van de omgeving.
De luchtkwaliteit bepaalt hoe een ventilatiesysteem wordt geregeld. Wanneer de luchtkwaliteit onvoldoende is, is er meer ventilatie nodig. De frisse lucht zal de giftige gassen wegspoelen. CO2-sensoren geven een beter en sneller beeld van de luchtkwaliteit dan CO-sensoren. Het regelen van jetventilatoren in een parkeergarage op basis van CO-sensoren zal dus leiden tot vertraagde reacties, wat resulteert in slechte luchtkwaliteit en onvoldoende ventilatie.
We kunnen concluderen dat CO2-sensoren nodig zijn om een goede luchtkwaliteit in een ondergrondse parkeergarage te waarborgen. Bij voertuigen met verbrandingsmotoren, zullen CO2-sensoren als eerste de slechte luchtkwaliteit detecteren, lang voordat de CO-sensoren verhoogde waarden opmerken. Op basis van de CO2-metingen kunnen de ventilatoren bijgestuurd worden om tijdig frisse lucht aan te voeren en giftige gassen te verwijderen. CO-sensoren kunnen worden gebruikt om gevaarlijke situaties te identificeren in geval van een defect ventilatiesysteem.
Bij Sentera bieden we sensoren die speciaal zijn ontworpen voor installatie in dergelijke afgesloten ruimtes.
De SPRKM-R is een multifunctionele sensor die koolmonoxide (CO), temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en LPG meet.
Onze CO2-sensoren voor gebruik buiten zijn zo ontworpen dat ze in extreme omgevingen kunnen worden toegepast en IP65-bescherming bieden tegen infiltratie van water en stof.
TRIAC-snelheidsregelaars
Elektronische snelheidsregelaars worden ook wel variabele of TRIAC-snelheidsregelaars genoemd. Ze regelen de snelheid van AC-motoren continu door de motorspanning traploos (zonder stappen) te verlagen. Elektronische snelheidsregelaars werken volledig geruisloos en vereisen geen configuratie voor gebruik. Ze worden meestal gebruikt om de ventilatorsnelheid te regelen. De meeste klanten accepteren het nadeel van een iets lagere energie-efficiëntie (in vergelijking met frequentieregelaars) omdat het gebruiksgemak en de eenvoudige ingebruikname voor hen belangrijker is.

Elektronische ventilatorsnelheidsregelaars gebruiken elektronische componenten om de motorspanning te verlagen en de motorsnelheid te regelen. Daarom werken ze volledig geruisloos, in tegenstelling tot ventilatorsnelheidsregelaars met transformator. De elektronische componenten produceren geen geluid, in tegenstelling tot een elektrische transformator, die een zacht zoemend geluid produceert. Elektronische snelheidsregelaars kunnen daarom worden gebruikt in toepassingen waar het geluid van een transformatorregelaars als storend zou worden ervaren.
Motorgeluiden bij lage snelheid
De motorsnelheid wordt geregeld door de motorspanning te verlagen. Dit gebeurt door delen van de voedingsspanning te blokkeren. Deze techniek wordt ook 'fasehoekregeling' genoemd. Bij fasehoekregeling heeft de motorspanning niet langer een perfecte sinusvorm heeft, omdat er stukken ontbreken. Vooral bij lage snelheid zal de motorspanning daarom minder sinusoïdaal zijn. Dit maakt de motor echter luidruchtiger en afhankelijk van het motormerk kunnen deze motorgeluiden meer uitgesproken zijn. In de meeste gevallen zal het meer merkbaar zijn bij lage snelheid.
Bij een snelheidsregelaar met transformator zal de regelaar zelf een zoemend geluid produceren, maar zal de motor stil werken. Bij een elektronische snelheidsregelaar is het precies andersom. Hier maakt de motor meer geluid, terwijl de regelaar stil is.
Traploze snelheidsregeling
Elektronische snelheidsregelaars regelen de ventilatorsnelheid door de motorspanning traploos (zonder stappen) te verlagen. Transformator toerenregelaars regelen ook het motortoerental door de motorspanning te verlagen. Het verschil is dat transformator toerenregelaars dit in stappen doen, terwijl elektronische toerenregelaars dit continu doen. Beide types snelheidsregelaars zijn geschikt voor spanningsregelbare motoren. Dit zijn elektromotoren waarbij de snelheid kan worden geregeld door de motorspanning te verlagen terwijl de frequentie constant blijft. De meeste ventilatoren met wisselstroommotor kunnen op deze manier worden geregeld. Zowel TRIAC- als transformatorventilatorsnelheidsregelaars kunnen worden gebruikt in toepassingen waar het koppel afneemt met de snelheid, zoals bij ventilatorsnelheidsregeling.
Fasehoekregeling regelt de motorsnelheid
Elektronische ventilatorsnelheidsregelaars gebruiken elektronische componenten om de motorsnelheid te regelen. De belangrijkste is de TRIAC of TRiode voor wisselstroom (AC). Een TRIAC wordt gevisualiseerd in de afbeelding aan de rechterkant. Het is de zwarte elektronische component met de drie pinnen. Elektronische ventilatorsnelheidsregelaars worden ook TRIAC-regelaars genoemd. Een TRIAC is een halfgeleider met drie elektroden die kan worden gezien als een schakelaar; het laat de elektrische stroom door of blokkeert de elektrische stroom.
Hoe nauwkeuriger de TRIAC's worden aangestuurd, hoe minder merkbaar het extra motorgeluid zal zijn. Daarom zijn de nieuwste elektronische ventilatorsnelheidsregelaars van Sentera allemaal uitgerust met geavanceerde microprocessoren. Dit maakt het mogelijk om extra motorgeluid tot een absoluut mi
nimum te beperken. Goedkopere varianten van elektronische ventilatorsnelheidsregelaars regelen de TRIAC's meestal met een veel lagere nauwkeurigheid. Dit resulteert in extra
motorgeluiden en snellere slijtage van de elektrische motor.
Meestal kunnen TRIAC's elektrische stromen schakelen met een maximum van 10 A. Daarom is dit type regelaar meestal alleen beschikbaar voor eenfasige motoren.
TRIAC-regelaars vereisen een minimale belasting
Een TRIAC heeft de bijzondere eigenschap dat hij een minimale belasting nodig heeft om te kunnen functioneren. Als er geen belasting (een motor, een gloeilamp, ...) is aangesloten op de snelheidsregelaar, zal deze niet werken. Alleen wanneer er een minimale elektrische stroom kan vloeien (meestal 10 % van de maximale stroom), zal de elektronische snelheidsregelaar normaal functioneren. Als je dus wilt controleren of de snelheidsregelaar correct werkt, moet er een belasting worden aangesloten! Zonder deze belasting lijkt het alsof de snelheidsregelaar defect is omdat de TRIAC's niet kunnen geleiden. Dit is niet het geval bij een transformatorregelaar, deze werken wel zonder belasting.
Gebruiksvriendelijk en eenvoudige ingebruikname

Het elektronische circuit dat de TRIAC's aanstuurt, maakt het mogelijk om extra instelopties te bieden. Deze extra instelmogelijkheden zijn meestal niet beschikbaar op minder geavanceerde transformatorregelaars. Met de meeste TRIAC-regelaars kan bijvoorbeeld de minimum- of maximumsnelheid worden aangepast naargelang de behoeften van de toepassing. Aangezien ventilatoren meestal te groot zijn, is het in veel toepassingen belangrijk om de maximale snelheid aan te passen. Dankzij deze extra instelmogelijkheden kan dit type regelaar beter geoptimaliseerd worden voor de toepassing dan transformatorregelaars. Sommige TRIAC-snelheidsregelaars zijn bewust eenvoudig gehouden om de prijs laag te houden, andere series bieden meer instelmogelijkheden. Er zijn twee manieren om instellingen aan te passen bij elektronische snelheidsregelaars van Sentera: via Modbus RTU-communicatie (software) of via een trimmer (kleine potentiometer, gemonteerd op de printplaat).
Bij de meeste producten van Sentera kunnen de instellingen via software gewijzigd worden door een waarde in een Modbus-holdingregister aan te passen. Een Modbus-netwerk bestaat uit een masterapparaat en minstens één slaveapparaat. Het masterapparaat kan een pc met configuratiesoftware zijn, het slaveapparaat kan de snelheidsregelaar zijn. Het Modbus-masterapparaat kan bepaalde waarden in het slaveapparaat wijzigen en andere waarden uitlezen. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de minimumsnelheid te wijzigen door de waarde van het corresponderende Modbus-holdingregister aan te passen. Een ander voorbeeld: in sommige elektronische ventilatorsnelheidsregelaars is de bedieningsmethode instelbaar. Dit maakt het mogelijk om de werking van de ventilatorsnelheidsregelaar te wijzigen door een andere waarde in het bijbehorende Modbus-holdingregister te schrijven. Standaard is de werkingsmodus 'van laag naar hoog (waarde 1)', maar deze kan worden gewijzigd in 'van hoog naar laag' door de waarde van het holdingregister in de richting van 2 te wijzigen. Als de ventilatorsnelheidsregelaar is aangesloten op de SenteraWeb cloud, is het ze
lfs mogelijk om de waarden van de Modbus-holdingregisters op afstand uit te lezen of aan te passen. Dit kan alleen worden uitgevoerd door de configurator van de installatie.
Sommige standaard TRIAC-snelheidsregelaars van Sentera hebben geen Modbus-communicatie om de prijs laag te houden. Bij deze apparaten is het meestal mogelijk om de minimum- of maximumsnelheid aan te passen via een trimmer die op de printplaat is gemonteerd.
Frequentieregelaar versus elektronische ventilatorsnelheidsregelaar
Wat is het verschil tussen een frequentieregelaar en een elektronische snelheidsregelaar? Kort gezegd is een TRIAC-regelaar goedkoper en eenvoudiger in het gebruik, terwijl een frequentieregelaar de elektromotor energiezuiniger regelt, vooral bij lage snelheden.
Maar wat zijn de echte verschillen? Dit is echter niet zo gemakkelijk uit te leggen op een niet-technische manier. Hier volgt toch een poging: een TRIAC-snelheidsregelaar regelt de snelheid van de motor door het inkomend vermogen te verminderen voordat het naar de motor wordt gestuurd, dus verlagen van de motorspanning. Aan de andere kant verlaagt een frequentieregelaar niet alleen het vermogen, maar verandert hij ook hoe snel de stroomcycli verlopen (veranderen van de frequentie van de motorspanning). Door zowel de frequentie als de spanning aan te passen, kan naast de motorsnelheid ook het motorkoppel worden geregeld, dit is de kracht van de elektrische motor. De frequentieregelaar kan dus zowel de snelheid als de kracht van de motor regelen. Door de motorsnelheid en het motorkoppel te optimaliseren, kan energie worden bespaard bij lagere snelheden.
Het verschil tussen een frequentieregelaar en een TRIAC-snelheidsregelaar op een meer technische manier uitleggen, zou als volgt klinken: een frequentieregelaar verlaagt niet alleen de motorspanning, maar verandert ook de frequentie van de motorspanning. Dit maakt het mogelijk om de verhouding tussen motorspanning (V) en frequentie (f) constant te houden. Dit regelalgoritme wordt ook constante V/f-regeling genoemd.
Als de motorspanning wordt verlaagd zonder de frequentie aan te passen - dit is wat een TRIAC-snelheidsregelaar doet - dan neemt de magnetische flux af. Dit is een gevolg van het feit dat het motorkoppel direct gerelateerd is aan de magnetische flux in de motor. Aangezien het motorkoppel direct gerelateerd is aan de magnetische flux in de motor, leidt dit tot een lager motorkoppel bij lagere snelheden. De motor kan moeite hebben om de belasting aan te drijven, vooral bij lagere snelheden, en kan zelfs afslaan bij zware belasting. Dit probleem zal zich niet voordoen in toepassingen die een laag startkoppel vereisen. Aangezien een ventilator meestal een relatief laag startkoppel vereist, kunnen dit soort toepassingen meestal worden geregeld door een TRIAC-snelheidsregelaar.
Er zijn echter ook toepassingen die een hoog startkoppel vereisen. Hijstoepassingen bijvoorbeeld, vereisen een maximaal motorkoppel vanaf een minimale snelheid. Zodra de mechanische rem wordt losgelaten, moet de elektromotor onmiddellijk het volledige koppel leveren om de belasting onder controle te houden. Voor dergelijke toepassingen is een frequentieregelaar nodig. Een TRIAC-snelheidsregelaar is hier dus niet voldoende.
Met de TRIAC-snelheidsregelaars richten we ons op toepassingen in de HVAC-industrie, zoals het regelen van ventilatoren of centrifugaalpompen. De meeste ventilatoren volgen een kwadratische koppelcurve. Dit betekent dat het vereiste motorkoppel kwadratisch toeneemt naarmate de snelheid toeneemt. Bij lage snelheden is het gemakkelijk om de ventilator aan de gang te krijgen. Naarmate de ventilatorsnelheid toeneemt, is er meer motorkoppel nodig om de ventilator verder te versnellen. Deze toename van het vereiste motorkoppel is niet lineair maar kwadratisch. Daarom kan veel energie worden bespaard door de ventilatorsnelheid te verlagen.
Een frequentieregelaar kan de motor energiezuiniger regeler omdat hij de magnetische flux optimaliseert. Het verlagen van de motorspanning terwijl de frequentie constant blijft, zorgt ervoor dat de motor meer elektrische stroom trekt bij lage snelheid om de verminderde magnetische flux te compenseren. Deze verhoogde stroom leidt tot hogere verliezen in de motorwikkelingen, wat resulteert in overmatige warmte. Door de V/f-verhouding constant te houden, werkt de motor energiezuiniger, met optimale stroomniveaus. De motor produceert voldoende koppel zonder overmatig veel stroom te trekken, wat de warmteontwikkeling minimaliseert en oververhitting voorkomt.
Waarom TRIAC-snelheidsregelaars interessant blijven
TRIAC-snelheidsregelaars van Sentera worden nog steeds veel gebruikt om de ventilatorsnelheid te regelen. Hun gebruiksgemak, eenvoudige montage en aantrekkelijke prijs zijn de belangrijkste voordelen. De ventilatorsnelheid kan traploos (zonder stappen) worden geregeld en de snelheidsregelaar werkt volledig geruisloos. Nadelen van deze technologie zijn de lagere energie-efficiëntie in vergelijking met frequentieregelaars en de mogelijkheid van motorgeluid bij lage snelheid. De TRIAC-snelheidsregelaars van Sentera zijn ontworpen om deze nadelen zoveel mogelijk te beperken. Door de zeer nauwkeurige regeling van de TRIAC's met behulp van microcontrollers zijn motorgeluiden in de meeste gevallen nauwelijks waarneembaar.

Assortiment TRIAC-ventilatorsnelheidsregelaars van Sentera
Sentera is een van de toonaangevende fabrikanten van ventilatorsnelheidsregelaars. Al twee decennia lang zijn onze elektronische ventilatorsnelheidsregelaars de standaard in de HVAC-wereld. Kwaliteit en gebruiksvriendelijkheid zijn altijd onze topprioriteiten geweest. Door het grote succes zijn er veel varianten ontstaan, waardoor het niet altijd eenvoudig is om een overzicht te krijgen van dit productassortiment. De belangrijkste eigenschappen van de verschillende series worden hieronder kort samengevat.
De elektronische ventilatorsnelheidsregelaars van Sentera zijn verkrijgbaar met een maximale stroomsterkte van 10 A. Ze hebben een plastic behuizing van hoge kwaliteit. De versies met hogere stroomsterktes zijn uitgerust met een metalen koelvin voor warmteafvoer. De behuizing is vervaardigd van brandvertragend ABS-plastic in onze eigen fabriek . De koelvin garandeert voldoende warmteafvoer en is berekend op het maximale vermogen van de regelaar.
Elektronische ventilatorsnelheidsregelaars met ingebouwde potentiometer
Voor handmatige regeling van de motor bieden we de elektronische ventilatorsnelheidsregelaars met ingebouwde bedieningsschakelaar op het voorpaneel. Ze regelen eenfasige spanningsregelbare motoren met een maximale stroom van 10 A. Deze snelheidsregelaars zijn in het bijzonder gemakkelijk te installeren en te bedienen. De motorsnelheid kan worden aangepast via de bedieningselementen op het voorpaneel.
- Residentiële toepassingen: hiervoor raden we de SDX- en SDY-reeks aan. Ze sturen eenfasige motoren aan met een maximale stroom van 3 A. Beide versies zijn eenvoudig te installeren op een muur of vlak oppervlak of in een standaard Europees stopcontact. De minimumsnelheid kan worden aangepast via een interne trimmer. De SDX-1-x5-DM-serie biedt meer flexibiliteit dankzij de Modbus RTU-communicatie. Via de Modbus-holdingregisters kunnen extra instellingen worden gemaakt. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de werking van hoge naar lage snelheid om te keren naar van lage naar hoge' snelheid.
- Magazijnen en industriële omgevingen: voor logistieke of industriële toepassingen raden we de ITR-9-reeks aan. Ze sturen eenfasige motoren aan met een maximale stroom van 10 A. De minimale motorsnelheid kan worden aangepast via een interne trimmer op de printplaat. De geïntegreerde AAN-UIT-schakelaar bevindt zich aan de zijkant van de behuizing. Indien nodig kan deze AAN-UIT-schakelaar worden uitgeschakeld. De behuizing is ontworpen voor opbouwmontage en biedt een IP54-beschermingsgraad tegen het binnendringen van stof en vocht. De vergelijkbare ITRS9-reeks ziet er bijna identiek uit, maar heeft twee extra ingangen voor start-stopcommando's op afstand, een extra uitgang voor alarmmeldingen en de mogelijkheid om de thermische contacten van de motor te bewaken (temperatuursensor geïntegreerd in de motorwikkelingen om oververhitting van de motor te detecteren). De SLM-reeks kan worden gezien als ITR-9-ventilatorsnelheidsregelaars met een extra schakelaar op het frontpaneel om de verlichting te regelen.
- DIN-railmontage in een schakelkast: de volgende ventilatorsnelheidsregelaars zijn ontworpen voor installatie in een schakelkast. De DRX- en DRY-reeks hebben een draaiknop op het voorpaneel om de gewenste ventilatorsnelheid in te stellen. Ze regelen eenfasige motoren met een maximale stroom van 2,5 A. De DRE-reeks is voorzien van Modbus RTU-communicatie en een toetsenbordinterface met 3 knoppen.
Elektronische ventilatorsnelheidsregelaars met analoge ingang
Voor bediening op afstand bieden we elektronische ventilatorsnelheidsregelaars met een analoge 0-10V-ingang. Deze versies hebben geen ingebouwde bedieningsschakelaars. Ze hebben een analoog stuursignaal van 0-10 V nodig om de gewenste ventilatorsnelheid in te stellen. Een analoog signaal wordt meestal gegenereerd door een externe potentiometer of HVAC-sensor. Bij 0 V werkt de motor op minimale snelheid, naarmate het analoge signaal toeneemt zal de motor versnellen naar maximale snelheid bij 10 V.
Regelaars voor eenfasige spanningsregelbare motoren van 230 V:
- Opbouwmontage: een eerste groep elektronische snelheidsregelaars met analoge ingang heeft een behuizing die geschikt is voor wandmontage. De behuizing biedt IP54-bescherming tegen het binnendringen van vocht en vuil. De EVS-reeks is de basisversie binnen deze groep. De EVSS-reeks heeft een extra ingang voor AAN-UIT-commando's op afstand en een ingang voor het bewaken van de thermische motorcontacten (als de motor daarmee is uitgerust). Als oververhitting van de motor wordt gedetecteerd, schakelt de regelaar over naar de veiligheidsmodus, wordt de alarmuitgang geactiveerd en stopt de motor.
- DIN-railmontage in een schakelkast: deze groep elektronische snelheidsregelaars met analoge ingang heeft een behuizing die geschikt is voor DIN-railmontage. Gezien de geringe beschermingsgraad tegen vocht en vuil (IP20) is montage in een schakelkast noodzakelijk. De MVS-reeks is de basisversie binnen deze groep. De MVSS-reeks heeft een extra ingang voor AAN-UIT-commando's op afstand en een ingang voor het bewaken van de thermische motorcontacten (als de motor daarmee is uitgerust). Als oververhitting van de motor wordt gedetecteerd, schakelt de regelaar over naar de veiligheidsmodus, wordt de alarmuitgang geactiveerd en stopt de motor.
Regelaars voor driefasige spanningsregelbare motoren van 400 V:
- De TVSS5-reeks omvat elektronische ventilatorsnelheidsregelaars met analoge ingang. De TK-bewakingsfunctie beschermt motoren tegen oververhitting. Hun behuizing maakt montage op DIN-rail mogelijk. Ze regelen driefasige spanningsregelbare motoren met een maximale stroom van 6 A.
Kas- en klimaatregelaars
Sentera biedt ook elektronische ventilatorsnelheidsregelaars met (ingebouwde) temperatuursensor. Ze regelen de snelheid van eenfasige motoren op basis van de omgevingstemperatuur. Ze worden meestal gebruikt om serres te koelen of om het klimaat in kweekruimtes te regelen. Als de temperatuur stijgt, neemt het motortoerental toe. Onder de ingestelde temperatuur draait de motor op minimumsnelheid of stopt de motor.
- Klimaatregelaar voor kweekruimtes: de GTEE1-reeks wordt volledig voorbedraad geleverd en is dus klaar voor gebruik. De geregelde uitgang kan worden gebruikt om de ventilatorsnelheid te regelen. Als de omgevingstemperatuur de ingestelde temperatuur overschrijdt, zal de ventilatorsnelheid toenemen om meer koeling te bieden. De ongeregelde uitgang kan worden gebruikt om een verwarmingselement te activeren als de omgevingstemperatuur onder de ingestelde temperatuur zakt.
- Kasklimaatregelaar: de GTE-reeks regelt de ventilatorsnelheid om te koelen. Als de omgevingstemperatuur de ingestelde temperatuur overschrijdt, zal de ventilatorsnelheid toenemen om meer koeling te bieden. De GTE-reeks is verkrijgbaar in DT- en in DM-versie. De GTE-DT-versie wordt volledig voorbedraad geleverd en is klaar voor gebruik. De GTE-DM-versie is niet voorbedraad (een optionele PT500-temperatuursensor is vereist) maar biedt Modbus RTU-communicatie om het aanpassen van instellingen te vereenvoudigen. Bediening vanop afstand via Modbus RTU-communicatie is hier mogelijk. Met de GTE-1-reeks kan het temperatuurinstelpunt worden ingesteld in een bereik van 15-35 °C. De GTE21-reeks heeft een temperatuurinstelpunt dat ingesteld kan worden in het bereik van 5-35 °C.